In Frankrijk gaat men graag op jonge leeftijd met pensioen. Net als Brigitte Kaandorp vindt de werkende bevolking aldaar namelijk dat zij een zwaar leven hebben. Doorwerken tot je 67ste is daarom een onmogelijke opgave voor de Fransen, zo menen zij zelf. Zij lijken de steun te hebben van de Renault Twingo want die gaat na 31 jaar al met pensioen. Volgend jaar wordt de productie namelijk stopgezet.
De huidige generatie Twingo is dus met zijn laatste ronde bezig. In Nederland zijn de benzineversies reeds gesaneerd. In 2024 zal de productie definitief worden stopgezet, waarmee een einde komt aan een saga die begon in 1993. Door de Renault 5 in elektrische vorm een comeback te laten maken, ziet de Franse autofabrikant geen ruimte meer voor de Twingo. Beide modellen zouden namelijk elkaar prijstechnisch te veel in de weg zitten. De elektrische Renault 5 gaat namelijk circa 26.000 euro kosten en dat is vrijwel even veel als de Twingo Electric als Techno moet opbrengen (25.620 euro).
Het afscheid van de Twingo zal over een paar jaar misschien aanleiding geven tot een comeback; zo vergeet het de Scénic en de Espace immers ook, maar zonder tegenbericht ligt er alleen nog een carrière in het museum voor de kleine Renault, die 31 jaar lang verdeeld over 3 generaties werd verkocht, in het verschiet.
Renault Twingo 1: van 1993 tot 2005
Bij de lancering in 1993 zorgde de eerste Twingo meteen voor ongelooflijk veel media aandacht. Op basis van de ‘Super 5’ positioneerde de Twingo zich op het instapniveau van Renault. Hij viel om te beginnen op met zijn atypische stijl, die leek op de monovolume-vorm van een Espace, maar dan in een veel kleiner formaat van minder dan 3,50 meter. De ontwerpers van Renault weten menig autoconsument te verleiden met ronde vormen en koplampen die hem een expressieve, vrolijke uitstraling geven. Voeg daarbij een kleurenpalet dat in eerste instantie gericht was op primaire tinten, perfect uitgelicht in reclamecampagnes, en je kan niet anders dan concluderen dan dat er een fenomeen geboren was.
Maar bij de eerste generatie Twingo ging het niet alleen om uiterlijkheden: met zijn wielen op de 4 hoeken van zijn carrosserie, wist hij verrassend veel interieurruimte te bieden. Hoewel hij slechts plaats bood aan 4 passagiers, deed hij dat op briljante wijze. Het passagierscompartiment is ruim en licht, en de verschuifbare achterbank bood de mogelijkheid om te variëren met de hoeveelheid beenruimte en het kofferbak volume.
Verkocht tegen scherpe prijzen, met een rustieke maar zeer betrouwbare benzinemotor, was de eerste generatie Twingo dus goed op weg om een waar icoon te worden. Er zouden meer dan 2,6 miljoen exemplaren geproduceerd gaan worden, waarvan ook in Nederland nog een flink aantal in omloop is. De Twingo zal zich strak enige tijd terugtrekken uit het publieke leven, maar reken er maar op dat het een kwestie van tijd is totdat hij herontdekt wordt als echte verzamelaarsauto.
Renault Twingo 2: van 2007 tot 2014
Het vernieuwen van de eerste generatie Twingo was geen sinecure. Renault besloot om hem de technische basis van de tweede editie van de Clio te geven. Dat bood de mogelijkheid om het motorengamma uit te breiden. Daarmee hebben we eigenlijk direct al de belangrijkste verdienste van de tweede generatie Twingo genoemd, want hij was gespeend van de koddige charme van het origineel.
Maar goed, het zou de eerste (en de laatste) keer zijn dat de Twingo werd aangeboden in dieselvorm; een brandstoftype die a priori niet bedoeld is voor stadsauto’s die korte ritten maken. Die exemplaren gaan daarom, hoewel ze voor een boodschappenwagen verrassend volwassen reden, dus linea recta naar de schroothoop.
Betere overlevingskansen om ooit een collector’s items te kunnen worden heeft de Twingo R.S. met zijn 133 pk sterke 1,6 liter 16 kleppen motor. Ideaal voor als je wat vergeten was in de supermarkt. Ook leuk, de Twingo Gordini. Met zijn 100 pk sterke TCe motor was deze versie eerder lauwwarm dan heet, maar hij vertelt wel het verhaal over de mislukte comeback van de typeaanduiding Gordini.
Renault Twingo 3: van 2014 tot 2024
In 2014 pakt Renault het bij de Twingo in meerdere opzichten heel anders aan. Ten eerste gaat hij zijn platform delen met iemand van buiten de eigen familie, de Smart Forfour. Dit betekende dat hij zijn motor achterin kreeg. Nog een grote verandering: hij verruilt de 3-deurs carrosserie voor een koetswerk met 5 deuren. Anders dan zijn voorganger, waarvan het design zeker vóór de facelift de consument koud liet, probeerde Renault met de derde generate wel weer de sympathie van de consument te krijgen met een snoezigf neusje en achterspatborden die geïnspireerd ware op die van de R5 Turbo.
Het mocht niet baten. Hoewel de derde generatie op de thuismarkt niet slecht verkocht, wist hij op exportmarkten geen potten meer te breken. Tegenover het belangrijkste voordeel van de achterin geplaatste motor (kleine draaicirkel dankzij een grote uitslag van de voorwielen) stonden minstens even zo veel nadelen, waaronder ongevraagd opgewarmde boodschappen indien die op de kofferbakvloer boven de motorruimte werden gelegd.
Renault probeerde de emotiekaart te spelen met de Twingo GT; een auto waarvan gezegd werd dat hij bepaalde overeenkomsten had met de Porsche 911. De consument was niet onder de indruk. Die wist inmiddels dat de Volkswagen Up en familiegenoten enerzijds en het Koreaanse duo Hyundai i10 / Kia Picanto anderzijds veel betere allrounders waren. Ook de volledig elektrische versie heeft daar geen verandering in kunnen brengen. Een klasseloze allemansvriend zoals de originele Twingo is hij nooit geworden en dat gaat ook niet meer gebeuren in de maanden die nu nog tot aan zijn pensionering resteren.