Een liter premium benzine (Euro 98), waar niet alleen veel klassieke auto’s, sportwagens en motoren op rijden, maar ook een aanrader is voor mensen die hun auto maar weinig gebruiken, wordt steeds duurder vergeleken met de gewone (E10) Euro 95, zo constateren brandstofexperts.
Door de oorlog in Oekraïne en de boycot van Russische olie worstelen olieraffinaderijen om voldoende geschikte grondstoffen te vinden om de hoogwaardige benzine te maken. Ook aangescherpte Amerikaanse milieuregels en een gebrek aan raffinagecapaciteit spelen een rol.
De adviesprijs voor 1 liter Euro 98 (E5) bedraagt nu 2,09 euro. Ter vergelijking: voor 1 liter gewone Euro 95 hoeft ‘slechts’ 1,92 euro neergeteld te worden, oftewel 17 cent minder. Vaak is het prijsverschil aan de pomp nog groter. Enkele jaren was Euro 98 slechts 9 cent duurder per liter dan Euro 95. Deze genoemde prijzen worden overigens vooral aan de snelweg betaald. Bij tankstations aan provinciale of gemeentewegen liggen de prijzen vaak een stuk lager.
Zoals gezegd wordt Euro 98 niet alleen gekocht door eigenaren van klassieke auto’s, maar ook door mensen die slechts incidenteel een ritje in hun auto maken. Die groep was tijdens de corona pandemie omvangrijk. Maar nu neemt de vraag naar de premium brandstof af, ook omdat het aantal oldtimers dat in ons land deelneemt aan het verkeer daalt.
Eigenaren van oudere auto’s en sportauto’s rijden minder vaak op Euro 95 (E10) omdat die benzine een hogere bio-ethanolgehalte heeft. Op de langere termijn kan dat zorgen voor schade aan de motor, zeker bij auto’s die vaker stilstaan, zoals oldtimers en sportauto’s.