jDe Braziliaanse autoriteiten hebben de bouw van een fabriek van BYD, China’s grootste autofabrikant, stopgezet. Reden is het feit dat werknemers aldaar werkten en leefden “in slavernijachtige omstandigheden”.
“De Braziliaanse autoriteiten hebben 163 Chinese werknemers gered die bezig waren met het bouwen van een nieuwe fabriek voor BYD in de noordoostelijke staat Bahia”. Dat meldt het Braziliaanse openbaar ministerie voor Arbeid (MPT) na een reeks inspecties. De arbeiders zouden in een “vernederende” omgeving werken. Daarnaast werden hun paspoorten en salarissen werden ingehouden. Het ministerie voor Arbeid sloot de vestiging gedeeltelijk. De fabriek moest in maart 2025 operationeel zijn en zou de eerste fabriek van BYD voor elektrische auto’s buiten Azië worden.
Volgens het ministerie van Arbeid waren de vanuit China overgevlogen arbeiders ingehuurd door Jinjiang Construction Brazil en woonden zij in 4 faciliteiten in de stad Camaçari. Ze sliepen op bedden zonder matrassen en hadden geen kluisjes voor hun persoonlijke bezittingen. Het MPT meldt ook dat 31 mensen één badkamer moesten delen. De werknemers moesten om 4 uur ’s ochtends opstaan en in de rij staan om zich te kunnen wassen voordat zij naar hun werk gingen. De keukens hadden geen kasten om voeding in te bewaren. In plaats daarvan lag het eten tussen bouwmaterialen of dicht bij de (schaarse) sanitaire voorzieningen.
Ook de werkomstandigheden lieten volgens het ministerie van Arbeid lieten te wensen over. De arbeiders werden lang blootgesteld aan de felle zon en er deden zich meerdere bedrijfsongevallen voor. Daarnaast spreekt het MPT over “dwangarbeid”, aangezien het loon van vele werknemers werd ingehouden. Als werknemers hun contract wilden beëindigen, moesten ze buitensporige kosten betalen. Inmiddels is het getroffen personeel in hotels ondergebracht.
Het Braziliaanse dochterbedrijf van de Chinese autofabrikant, BYD Auto do Brasil, wast haar handen in onschuld en zegt de banden met aannemer Jinjiang Construction Brazil met onmiddellijke ingang verbroken te hebben. Feit is dat het BYD geen gedetailleerd onderzoek heeft uitgevoerd naar de werk- en leefomstandigheden van het personeel waar de betreffende aannemer meewerkt. Ondanks dat de Chinese autofabrikanten op de hoogte was van de misstanden, was dit voor het bedrijf geen aanleiding om de banden met het bouwbedrijf te verbreken. Het bleef bij “verzoeken tot verbeteringen”, maar er is blijkbaar nooit gecontroleerd door BYD of de aannemer de Braziliaanse wetgeving naleefde.
BYD is een van ’s werelds grootste fabrikanten van elektrische auto’s. De Chinese reus breidt haar activiteiten gestaag verder uit. Vorig jaar kondigde BYD aan dat het 450 miljoen euro in Brazilië zou investeren om een fabriek te bouwen en in oktober was de omzet voor het eerst groter dan die van Tesla (al komt dit ook doordat BYD veel plug-in hybride auto’s verkoopt). BYD construeert op dit moment ook fabrieken in Hongarije en Turkije. Hoe het aldaar is gesteld, is niet bekend.
Feit is dat BYD pas in actie komt na handelen van de (Braziliaanse) overheid en niet voordat er door de pers aandacht is besteed aan het schandaal. Daardoor kunnen er vraagtekens geplaatst worden bij de ethische normen van het bedrijf. Het (indirect) werken met goedkope arbeidskrachten zorgt in ieder geval voor een ongelijk speelveld met andere autofabrikanten. Nederlanders die ‘fair play’ hoog in het vaandel hebben, kunnen dus beter 2 keer nadenken voordat zij een auto van het merk BYD aanschaffen.