Een Ferrari 250 GTO uit 1962 is in New York geveild voor 51,7 miljoen dollar. Daarmee is het de op een na duurste auto die ooit is verkocht op een veiling.
De sportwagen was 38 jaar in het bezit van een Amerikaanse verzamelaar. Die kocht de Ferrari in 1985 privé voor ongeveer 500.000 dollar. Maandagavond ging hij in New York onder de hamer bij het veilinghuis Sotheby’s. Met een uiteindelijke prijs van 51,7 miljoen dollar klopte de bolide het bedrag dat in 2018 voor een andere 250 GTO werd neergeteld. Die bracht toen ‘slechts’ 48 miljoen dollar op.
De torenhoge prijs voor de oldtimer is volgens kenners te verklaren door de zeldzaamheid van dit type Ferrari, gekoppeld aan de sportieve prestaties in een roemrijk verleden. Van de betreffende 250 GTO zijn slechts 34 exemplaren geproduceerd. Daarvan waren er 2 stuks bestemd voor het eigen raceteam van de sportwagen specialist, Scuderia Ferrari genaamd. Met die bolides werd begin jaren 60 racewedstrijden gereden (en gewonnen) op iconische circuits als de Nürburgring en Le Mans.
Net geen 52 miljoen dollar is veel geld. Maar het veilinghuis en de koper hadden op meer gerekend: de vraagprijs was 60 miljoen dollar. Bovendien blijft deze Ferrari qua opbrengst ver achter bij het absolute record dat ooit werd betaald voor een auto op een veiling, namelijk 135 miljoen euro. Die prijs werd vorig jaar betaald voor een Mercedes-Benz 300 SLR Uhlenhaut Coupé uit 1955. Daarvan zijn slechts 2 exemplaren geproduceerd.
