Toyota heeft de verkoopverwachtingen voor haar elektrische auto’s bijgesteld. Het Japanse autoconcern denkt dit jaar 39 procent minder exemplaren te verkopen dan gepland.
Op zich gaan de zaken bij Toyota niet slecht. Tijdens de eerste 9 maanden van het jaar groeide de afzet van de grootste autofabrikant ter wereld fors. Ook de winst nam toe. Maar de verkoop van elektrische auto’s is duidelijk een valse nooit. Toyota verwachtte aanvankelijk in het huidige fiscale jaar, dat tot en met 31 maart 2024 loopt, ruim 200.000 volledig elektrische auto’s te verkopen, maar mikte nu op 123.000 exemplaren. Dat is 39 procent minder dan aanvankelijk gedacht. Toyota’s eerste elektrische auto, de BZ4X werd niet goed ontvangen door de pers en kampte in de eerste productiemaanden met kwaliteitsproblemen; iets wat voor het Japanse concern ongehoord is.
De baas van Mazda, Masahiro Moro, lijkt in hetzelfde schuitje te zitten. Hij klaagt over de grote voorraad elektrische auto’s (de MX-30, red.) die hij aan de straatstenen niet kwijt kan. De verkopen van emissievrije personenwagens komen volgens Moro te langzaam op gang, behalve bij Tesla. Al moest die fabrikant de prijzen van haar modellen flink verlagen om de verkoopgroei niet stil te laten vallen. De Mazda topman is dan ook niet blij met de huidige afzetcijfers van elektrische auto’s. “De verkoop komt niet van de grond”.
Het gevolg is dus dat de voorraad onverkochte exemplaren zich opstapelt. Terwijl andere grote autofabrikanten zich als doel hebben gesteld om alleen nog maar elektrische auto’s te produceren (Volvo wil dit in 2030 gerealiseerd hebben), tempert Mazda de verwachtingen. Volgens Moro hangt de overstap naar volledig elektrisch af van “de wensen van de consument en de infrastructuur”. Het gebrek aan laadpalen is volgens hem een van de belangrijkste problemen bij de overgang naar elektrisch rijden.
