Een select aantal autojournalisten kon al een voorproefje krijgen van de geheel nieuwe generatie van de Japanse stadsauto, die van naam en formule verandert door zich los te maken van Citroën en Peugeot met een klein voertuig met sterke SUV accenten. Is het een goed idee van Toyota om het voortaan alleen te doen in het A segment? In deze kennismaking zitten de eerste elementen van het antwoord op die vraag.
Ik ging er voor naar België, niet ver van het hoofdkantoor van Toyota Europa, om een voorproefje te krijgen van de gloednieuwe Aygo X. Let op, je moet “Cross” uitspreken, zoals ook bij de Yaris Cross, de “X” staat voor een kruis, oftewel “cross” in de taal van Shakespeare. Tot zover de Engelse les.
Voor deze derde generatie (de eerste kwam in 2005 op de markt, de tweede in 2014), is Toyota met een vrijwel leeg vel papier begonnen. Op opvolgers van zijn zusjes C1 en 108 hoeven we niet te rekenen, want de samenwerking met Citroën en Peugeot zit erop. De Aygo X gaat weer geproduceerd worden in de Kolín fabriek in Tsjechië, waar de C1, 108 en Aygo (de Kwik, Kwak en Kwek van autoland) eerder werden geassembleerd. Maar de Fransen gaan niet door naar de volgende ronde, met als gevolg dat de nieuwe Toyota zowel ‘zijn fabriek als zijn platform nu gaat delen met zijn grotere zus, de Yaris, die daarom niet meer uitsluitend in Frankrijk zal worden geproduceerd, in tegenstelling tot de Yaris Cross waarbij dat wel het geval is.
Wie verandering van naam en platform zegt, zegt nieuwe filosofie. De Aygo X presenteert zichzelf als een kleine cross-over. Verstandig, want dat is momenteel een rage. Maar is er ook sprake van een geslaagde cocktail? Het blijft immers een A segment auto. Het resultaat is in ieder geval een grote kleine baby! Nee, de foto’s laten het niet zien, maar tijdens mijn kennismaking was het zeer duidelijk: de Aygo X is veel groter dan de auto die hij vervangt. Ze kreeg zelfs dwangvoeding met groeihormonen omdat zij bijna 24 cm langer werd en 12,5 cm breder. Logisch, aangezien het een zelfbenoemde cross-over is. Daar hoort ook de 2 centimeter hogere bouw bij. Als gevolg hiervan zal de Aygo, samen met zijn neven, de geschiedenis ingaan als een van de kortste mini-stadsauto’s, terwijl de Aygo X een van de hoogste is, samen met de Suzuki Ignis.
Cross-over: dat is de Aygo X niet alleen in naam. Hij beschikt aan de buitenkant overal over beschermingsmateriaal in avonturierstijl, zoals diffusors aan de voor- en achterkant of plastic wielkasten. Goed gevulde wielkasten overigens, met velgen die minimaal groot zijn (stalen exemplaren met wieldoppen) of zelfs 18 inch in het geval van lichtmetalen exemplaren op de duurdere uitvoeringen, zoals dit gefotografeerde exemplaar! Om je een idee te geven: het was maximaal 15 inch op de oude Aygo. Dat maakt haar opvolgster duidelijk onmiskenbaar sexyer, maar het kan veel nadelen opleveren voor wat betreft het veercomfort. Of dat werkelijk zo is, zal een test later duidelijk maken.
Over het algemeen zou de Aygo X aantrekkelijk moeten zijn met zijn extraverte uiterlijk. Iets minder excentriek dan de Aygo die een voorkant had in de vorm van een ‘X’, maar hij heeft niettemin een sympathiek gezicht met zijn koplampen met een lichte boemerangstijl, zijn uitstekende randen en zijn flitsende carrosserie kleuren zoals hier een pittig rood (het 2-kleurige koetswerk zal pas standaard zijn vanaf het derde uitrusting niveau). Van achteren en in profiel gezien, herinnert de Aygo X je aan niets anders dan aan zijn voorganger, maar is dat echt een punt van zorg aangezien zijn lijnenspel geslaagd is?
Binnenin veranderde alles, althans voorin. De Aygo X lijkt nu meer op een volwassen kleine auto, en minder op speelgoed dan de Aygo die hij vervangt. De presentatie is kleurrijk en vriendelijk met zeer uitgesproken ronde vormen zoals bij Renault Twingo. Je zit redelijk goed achter het stuur, maar je moet wel graag hoog willen zitten want de stoelen staan 5,5 cm hoger. De kunststoffen zijn allemaal hard, maar dat is de norm in dit segment en alles zit degelijk in elkaar. De opbergruimtes zijn niet erg talrijk en ook niet erg ruim, maar er is wel een echt handschoenenkastje aanwezig. De Aygo X is niet gierig met apparatuur. Op de high-end versies zullen we recht hebben op stoelverwarming, een draadloze oplader voor smartphones, draadloze Apple CarPlay en Android Auto, een adaptieve cruisecontrol. Geweldig!
Minder plezier valt er te beleven achterin de Aygo X, waar de toename in lengte maar ook in wielbasis (die iets minder toenam, namelijk slechts 9 cm) helemaal niet ten goede komt aan de passagiers. Dit cabinegedeelte is nog steeds erg klein. Verrassend is dat niet, want de Yaris noch de Yaris Cross, die gebruik maken van hetzelfde onderstel, zijn niet bepaald de ruimste in hun klasse. Van de kortere Aygo X kunnen in dit opzicht dus geen wonderen verwacht worden. Zelfs van personen van 1.80 meter raken de knieën de voorstoelen. Dat is niet erg comfortabel! Andere redenen voor ontevredenheid: er is geen opbergruimte en Toyota vond het niet nodig om de klapramen te vernieuwen. Dat is een beetje goedkoop!
In feite hebben de gewonnen centimeters alleen een impact gehad op de capaciteit van de kofferbak, waarvan het volume volgens Toyota met meer dan 60 liter is toegenomen. Met 231 liter zou de kofferbak van de Aygo X nu een van de grootste in zijn segment zijn; een claim die ik met mijn eigen metingen zal moeten verifiëren, maar de bagageruimte lijkt inderdaad dieper. Genoeg om zonder al te veel problemen de weekboodschappen in te doen!
Conclusie
Wat neem ik mee van deze eerste ontmoeting met de Aygo X? De eerste indruk is over het algemeen positief. Met zijn verfijnde ontwerp, zijn aantrekkelijke interieurpresentatie, zijn grotere kofferbak en zijn rijke uitrusting heeft hij zijn verkoopkansen. Toyota hoopt ook de voormalige eigenaren van C1 en 108 aan te trekken, want Citroën noch Peugeot hebben opvolgers voor hun A segment aanbieding gepland. Bovendien moet worden opgemerkt dat de Aygo sinds het begin van het jaar de best verkochte van de 3 neven is. Het is zelfs de derde bestseller in zijn segment, achter de onverslaanbare Renault Twingo en Fiat 500.
Een enkel element zou potentiële kopers echter kunnen afschrikken: de prijzen stijgen sterk. Het zal nodig zijn om te rekenen op een toegangsbewijs van bijna 16.000 euro tegen 13.595 euro momenteel. En tja, 16 mille is toch duidelijk meer dan de Fransen voor hun instapper vragen. Italiaans in een Fiat Panda rijden kan vanaf 14.850 euro. Maar de grootste concurrentie komt van de Hyundai i10 (vanaf 13.595 euro) en de Kia Picanto (vanaf 14.995 euro). Die hebben ook hun platform geleend van een auto uit een hogere klasse. De dynamische kwaliteiten van de Aygo X zouden dus ook superieur kunnen zijn. Er wordt slechts één motor aangeboden, de bekende 1,0 liter 3 cilinder, met naar keuze een handbak of een geheel nieuwe CVT waarvan de technologie is geïnspireerd op die van de Yaris. Tot over een paar maanden voor de proefrit!
-
8
