Dacia focust op groei. Met nieuwe modellen en betere techniek moet het lukken om die doelstelling te realiseren. Maar het merk wil trouw blijven aan zichzelf.
De herpositionering van de Renault-dochter, dat wordt geflankeerd door een groot modellenoffensief, mag evenwel niets aan haar kernwaarden veranderen. Daarnaast wil Dacia ook doorgroeien naar hogere segmenten en klanten meer waarde bieden dan in het verleden.
Tegelijkertijd moet het merk dus trouw blijven aan zichzelf. Ook in de toekomst zal Dacia staan voor betaalbare mobiliteit en de “beste prijs-prestatie verhouding”, aldus salesmanager Xavier Martinet (foto). Als onderdeel van de herpositionering moet het merk moderner worden, maar tegelijkertijd blijven focussen op de essentie om goedkoper te blijven dan andere autofabrikanten. Dacia noemt deze aanpak ‘design to cost’, waarbij de ontwikkeling van nieuwe modellen gericht is op wat nodig is in plaats van op wat technisch mogelijk is.
Hoewel Dacia zijn klanten in de toekomst stijlvollere, aantrekkelijke auto’s met een hogere toegevoegde waarde wil bieden, moet de prijs een sleutelelement blijven. Met de Sandero, de Duster, de elektrische Spring en de Jogger biedt Dacia momenteel 4 modelseries aan (zie hoofdfoto). In 2024 komt er een compleet nieuwe Duster op de markt. Daarna, in de eerste helft van 2025, volgt een grotere SUV voor het C-segment: de Bigster. Voor 2027/2028 staan nog 2 andere middenklasse modellen gepland. Maar vooralsnog komen er echter geen modellen boven het C-segment.
Volgens Martinet is de beperkende factor hierbij het CMF-B platform, waarop voertuigen met een lengte van 4,0 tot 4,6 meter gerealiseerd kunnen worden. Bij Dacia dient het momenteel als basis voor de Sandero en de Jogger. Ook de nieuwe Duster, de Bigster en de andere C-segment modellen zullen op het CMF-B platform gebouwd worden. Voor D-segment modellen (grotere middenklassers van het formaat Skoda Superb en Kodiaq) zou een nieuw platform nodig zijn. De belangrijkste doelstelling voor Dacia in de komende jaren is echter om marktaandeel te veroveren in het Europese C-segment, zo benadrukt Martinet. Verder reiken de ambities (nog) niet.
Het modellenoffensief zal zich in eerste instantie richten op het SUV-segment. De strategen van het in 2004 nieuw leven ingeblazen merk hebben de CO2-evolutie echter al op het oog en denken dus al aan het post-SUV tijdperk. Dit is een zeer belangrijke vraag waar alle autofabrikanten zich momenteel grote zorgen over maken, aldus Martinet. Waar de reis met Dacia naartoe gaat, wil de Fransman echter niet verklappen. Maar de kans is groot dat ook Dacia haar hoekige, hoge modellen zoals de Duster gaat inruilen voor producten die minder wind vangen en daardoor een grotere actieradius bieden. Dat autofabrikanten hier druk mee bezig zijn, zal duidelijk worden als Peugeot de nieuwe 3008 presenteert. Die wordt een stuk gestroomlijnder dan het huidige model.
Verbrandingsmotoren moeten in ieder geval aan de basis blijven staan, in ieder geval zolang het kan. Dit is om de marktdekking te maximaliseren. Op die manier kan Dacia auto’s buiten de Europese Unie blijven verkopen waarin nog geen potentiële verkoop verboden voor verbrandingsmotoren zijn afgekondigd. Ook kan het zijn dat landen in Oost Europa zich op de valreep realiseren nog niet klaar te zijn voor een verkoopverbod van ‘emissiemodellen’ per 1 januari 2035.
Martinet geeft echter toe dat er een tijd komt dat er meer elektrische auto’s in het portfolio nodig zullen zijn. Niet vanwege de regelgeving, maar vanwege de vraag van de klant. Wanneer Dacia hier precies op inspeelt met nieuwe elektrische modellen, wil de Fransman echter niet verklappen. Het is evenwel duidelijk dat de Roemeense dochter hier in de voetsporen zal treden van moederbedrijf Renault. Dat merk neemt binnen de groep de rol van pionier op het gebied van e-mobiliteit op zich.
Dacia gaat Dakar rijden met Sébastien Loeb als coureur
Het is nog vroeg in de maand, maar dit is waarschijnlijk het onverwachtste autonieuws dat wij in juli 2023 gaan tegenkomen. Dacia maakt bekend dat het merk in 2025 gaat meedoen aan de Dakar Rally. Het merk verklapt nog niet welke auto ze gaan gebruiken, alleen dat ze in de T1-categorie willen meedoen. Cristina Gutiérrez Herrero van de Extreme E en rallylegende Sébastien Loeb zijn de coureurs.
De categorie T2 zijn productieauto’s die zijn gemodificeerd voor de Dakar. Dit zou bijvoorbeeld een extreem uitgevoerde Duster kunnen zijn. Maar Dacia gaat meedoen in de categorie T1+. Dit zijn voertuigen die niet per se gebaseerd zijn op productiemodellen. De Prodrive Hunter is hier een voorbeeld van. Misschien krijgt die wel een setje Jogger koplampen.
En het goede nieuws houdt daar niet op, want het fabrieksteam van Dacia gaat samenwerken met het Prodrive. Het Britse bedrijf gaat meewerken aan de bouw van de rallyauto’s. Met de Subura P25 heeft Prodrive laten zien dat dat geen probleem moet zijn. Stel je eens voor: een duin verslindende Dacia die eruit ziet als een liefdesbaby tussen de BRX Hunter en de Duster.
De rallyauto’s van Dacia die gaan meedoen aan de Dakar Rally lopen op synthetische brandstoffen van Aramco. Het testen van de Dacia’s begint volgend jaar. De eerste échte test zal plaatsvinden tijdens de Rallye du Maroc in 2024. Een jaar later gaat Dacia ook meerijden in het World Rally Raid Championship. Dat wordt allemaal gebruikt als voorbereiding op de Dakar Rally waar Dacia het gaat opnemen tegen de Toyota Hilux en de nieuwe Ford Ranger Raptor.
“Dacia en Dakar zijn een perfecte match”, aldus de baas van het Roemeense merk, Denis Le Vot. “Dit is niet alleen een test voor de ware robuustheid van Dacia, maar ook een bewijs van onze inzet ten aanzien van koolstofarme mobiliteit. We zijn erg enthousiast over de deelname aan Dakar met synthetische brandstoftechnologie”.
Le Vot komt niet met de mentaliteit “meedoen is belangrijker dan winnen”. Hij licht deze visie als volgt toe: “Dacia is met het beste team en de beste coureurs een serieuze kanshebber in de rally”, aldus de baas van Dacia.
