Volkswagen onderzoekt Chinese activiteiten op dwangarbeid

0

Volkswagen gaat onderzoek doen naar haar activiteiten in de West-Chinese regio Xinjiang. Dat besluit is genomen na berichten in de pers, onder andere van Autointernationaal.nl . Er is een vermoeden dat er bij de bouw van een testcircuit in Turpan, een stad in de West-Chinese regio, dwangarbeid heeft plaatsgevonden. Lokale medewerkers van Volkswagen en de Duitse wetenschapper Adrian Zenz zeggen dat daar sprake van was.

Een woordvoerder van Volkswagen verklaart tot nu toe geen bewijs voor mensenrechtenschendingen te hebben. Mocht het bedrijf na het onderzoek tot een andere conclusie komen, dan zal de autofabrikant zo nodig maatregelen treffen. Een Volkswagen woordvoerder zegt hierover: “Verschillende scenario’s worden momenteel intensief onderzocht”. In de verklaring staat dat de bouw van de testbaan al in 2019 werd voltooid. Destijds werden Oeigoeren door de Chinese regering gedwongen om in het kader van ‘armoedebestrijding’ te werken.

Oeigoeren vormen een voornamelijk islamitische etnische minderheid in China. De Verenigde Naties stelt dat de mensenrechten van dit volk worden geschonden door een “willekeurige en discriminerende” behandeling. De Chinese overheid stopt Oeigoeren in zogeheten heropvoedingskampen in de westelijke regio Xinjiang. Daar krijgen ze onder meer te maken met martelingen en dwangarbeid.

Zenz doet al jaren onderzoek naar dwangarbeid en interneringskampen in Xinjiang.Hij legt uit:op de website van de bedrijven die de testbaan hebben aangelegd, staat duidelijk bewijs dat tijdens de bouwfase gebruik werd gemaakt van Oeigoerse dwangarbeiders.Foto’s in een reportage over de opening van de testbaan tonen de Oeigoeren in militaire uniformen; een typisch teken dat de afgebeelde mensen deel uitmaken van een dwangarbeidsprogramma”.

Volkswagen voert inmiddels over deze kwestie gesprekken met haar joint venture partner SAIC Motor. Samen met deze Chinese autoproducent exploiteert het Duitse bedrijf een fabriek in de in Xinjiang gelegen stad Ürümqi. Ook daar zouden in het verleden  mensenrechtenschendingen hebben plaatsgevonden. Volkswagen heeft de omstandigheden in de fabriek in Ürümqi afgelopen zomer al laten onderzoeken. De in december gepubliceerde conclusie was dat er aldaar geen bewijzen voor dwangarbeid gevonden zijn. Maar het bedrijf dat verantwoordelijk was voor de exploitatie van de testbaan werd bij het onderzoek buiten beschouwing gelaten.Nadat het rapport was gepubliceerd, waarschuwde een medewerker van Volkswagen met de volgende woorden:Geen wonder dat ze niets kunnen vinden.Je moet naar de testbaan kijken.

Een woordvoerder van de autofabrikant uit Wolfsburg legt uit dat het bedrijf zich laat leiden door de richtlijnen van de Verenigde Naties over zakendoen en mensenrechten, volgens welke dwangarbeid verboden is.Dat geldt ook voor de betreffende test locatie, “die wordt geëxploiteerd door een dochteronderneming van de joint venture SAIC Volkswagen”. Maar dat het circuit werd dus niet onder de loep genomen.

Volkswagen is contractueel verplicht om tot 2029 betrokken die fabriek, waar ook Oeigoeren werken, te blijven exploiteren. Deze medewerkers voeren daar een laatste controle uit op geassembleerde auto’s alvorens deze de fabriek verlaten. Volkswagen lijkt onderhand zijn buik vol te hebben van de problematiek en zou nu met SAIC onderhandelen over een exit strategie.

 

Reageren is niet mogelijk.