Voorafgaand aan de belangrijkste autoshow van het jaar maakt de grootste autofabrikant van Duitsland nieuwe investeringen vrij voor China. Dit vermindert de druk op Volkswagen echter niet.
De baas van Volkswagen’s Chinese divisie, Ralf Brandstätter, gebruikt graag 2 woorden als hij moet uitleggen hoe hij precies de ommekeer van de grootste autofabrikant van Duitsland op zijn belangrijkste afzetmarkt wil realiseren: “China Speed”. Volkswagen wil in de toekomst zijn elektrische auto’s tot 30 procent sneller dan voorheen op de wegen in China brengen. Alleen zo kan het bedrijf opkomende Chinese concurrenten als BYD en Nio bijbenen. Die kunnen in 2 jaar tijd een auto van de tekentafel naar de dealer brengen.
En Volkswagen? Het ontwikkelingsproces duurt doorgaans 2 keer zo lang. Een hogere ‘local content’ in het Verre Oosten, d.w.z. meer onderzoek en ontwikkeling ter plaatse, zou snelheid moeten brengen. Brandstätter (foto) besteedt hier nu meer geld aan. Zoals de Chinese dochteronderneming van Volkswagen donderdag aankondigde, breidt het de productie- en innovatie hub in Hefei uit met een investering van 2,5 miljard euro.
Het geld moet geheel gezien worden als een investering, legt een woordvoerder desgevraagd uit. “De extra investering in de locatie Hefei onderstreept onze ambitie om onze lokale innovatiekracht snel uit te breiden”, aldus Brandstätter in een verklaring. Volkswagen heeft tot nu toe 1 miljard euro geïnvesteerd in zijn nieuwe ontwikkelingscentrum, het grootste buiten Duitsland. Tegelijkertijd heeft het bedrijf tijdens de periode van de coronapandemie blijkbaar zijn personeelsbestand in China ingekrompen. Volkswagen heeft aldaar momenteel ongeveer 90.000 werknemers in dienst. Eind 2019 was er nog sprake van ruim 100.000 personeelsleden.
Volkswagen wil de extra miljarden gebruiken om zijn ontwikkelingscapaciteiten in de Oost-Chinese provincie Anhui uit te breiden. Daarnaast moet er productiecapaciteit worden gecreëerd voor de bouw van 2 nieuwe modellen, die de Duitsers momenteel samen met de Chinese fabrikant Xpeng ontwikkelen. Volkswagen rondde de samenwerkingsovereenkomst afgelopen zomer af. De eerste van de 2 nieuwe modellen is een SUV voor het middensegment. Deze auto zal vanaf 2026 van de band rollen. Technisch gezien staat hij op een ander platform dan de eerdere Chinese modellen van Volkswagen, wat integratie in het productienetwerk complex en duur maakt.
Vanaf 2026 zullen er in China 4 nieuwe compacte elektrische voertuigen uit eigen keuken in China op de markt komen; allemaal bestemd voor de prijsklasse van omgerekend 20.000 tot 24.000 euro. Audi, de premiumdochter van de Volkswagen Groep, krijgt ook technologische hulp en zal in de toekomst nauwer gaan samenwerken met de lokale joint venture-partner SAIC.
Naast Brandstätter wordt de inhaalrace in het Verre Oosten georkestreerd door VW-veteraan Thomas Ulbrich, die deze maand begon als hoofd ontwikkeling in China. Oliver Blume, de CEO van de Volkswagen Groep, heeft ook de druk om te handelen onderkend en neemt maatregelen. Op 24 april nodigt Volkswagen investeerders en analisten uit voor een China Capital Markets Day. Kort daarna begint in de Chinese hoofdstad Peking de belangrijkste autoshow van het jaar. Daar wil Volkswagen niet met lege handen staan.
Blume en Brandstätter hebben dringend nieuwe modellen nodig. De Volkswagen Groep haalt nog steeds ongeveer 40 procent van zijn omzet uit het Aziatische land, meer dan in welke andere regio dan ook. Tegelijkertijd brokkelen de marktaandelen van VW en haar dochters in de regio af. In 2023 moest het merk Volkswagen het marktleiderschap in China overdragen aan BYD; een historisch omslagpunt. Het doel van Volkswagen op de middellange termijn is nu om de grootste internationale speler in China te blijven. Het in Wolfsburg gevestigde bedrijf is tot de slotsom gekomen dat zij op de middellange termijn niet kan en wil concurreren met de grootste lokale Chinese fabrikanten. Vandaar dat het bereid is om de tweede viool te gaan spelen. Maar zonder andere buitenlandse spelers op de Chinese automarkt zoals Toyota, Hyundai of General Motors voor te laten gaan.
De verkoopcijfers van de Volkswagen Groep daalden tijdens de coronapandemie naar het laagste niveau in 9 jaar. De groep herstelt zich hier langzaam van. Volkswagen rapporteerde woensdag een verkoopstijging van 7,6 procent voor China voor het eerste kwartaal. Terwijl de sportwagenfabrikant Porsche zwaar verloor in het Aziatische land, zorgde vooral Volkswagen’s compacte elektrische auto ID.3 voor een omzetstijging. Die groei is overigens wel te danken aan een flinke afprijzing van het model. De nieuwe ID.7 lijkt in China niet aan te slaan.
Maar ‘China Speed’ betekent blijkbaar niet dat er vooruitgang wordt geboekt voor wat betreft de mogelijke terugtrekking uit de controversiële fabriek in Ürümqi in de West-Chinese provincie Xinjiang. Volkswagen maakte in februari bekend dat het in onderhandeling was met zijn joint venture-partner SAIC Motors over de verkoop van de dochterondernemingen. Een woordvoerder benadrukte nu dat “de besprekingen zich in een vergevorderd stadium bevinden”. Anders gezegd: die zijn nog steeds niet afgerond.
Autointernationaal.nl heeft eerder melding gemaakt van aanwijzingen dat er samen met SAIC Motors een testcircuit in Ürümqi werd gebouwd waar dwangarbeid werd toegepast. Er waren eerder al herhaalde beschuldigingen geweest dat Oeigoeren als een soort moderne slaven in de dochterondernemingen van het bedrijf worden ingezet. De islamitische Oeigoerse etnische groep wordt massaal onderdrukt door de Chinese regering. Voor Volkswagen is dit echter geen reden om geen zaken meer te doen in de provincie Xinjiang. De schoorsteen moet wel blijven roken. Ook met elektrische auto’s.
