Ruim 2 jaar geleden lanceerde Alfa Romeo de Tonale. Dat relatief compacte en betaalbare SUV model moest het merk behoeden voor de ondergang. Wel, Alfa Romeo bestaat nog steeds, dus je zou kunnen zeggen dat de missie van de Tonale geslaagd is, maar de pers kon maar weinig enthousiasme opbrengen voor deze op de Jeep Compass gebaseerde creatie. En een vergelijkingstest heeft de SUV nog nooit kunnen winnen. Verder valt op dat de Tonale op Europees niveau Alfa Romeo niet aan een hoger marktaandeel heeft weten te helpen.
Nu doet Alfa Romeo een een rol in de marge op de automarkt voor een meer prominente plek. Dit keer niet met een hybride SUV maar met een volledig elektrisch type: de Junior Elettrica. Die is in Veloce uitvoering net zo sterk als de krachtigste Tonale, maar een stuk goedkoper. Dat klinkt al een stuk beter! Een test moet uitwijzen of deze nieuwe Alfa Romeo wél een gamechanger is.
Met de nieuwe Milano, pardon Junior, gaat Alfa Romeo opereren in een segment met een veel groter verkooppotentieel. In een later stadium wordt de SUV ook leverbaar in mild hybride uitvoering. Dat vergroot de verkoopmogelijkheden van de Junior aanzienlijk. De vraag is wel of er nog sprake is van een echte Alfa Romeo. De Junior deels zijn technische basis én productielocatie met de Fiat 600(e) en de Jeep Avenger. Gelukkig is het design zeer herkenbaar Alfa Romeo, alhoewel met name de styling van de voorzijde nogal ‘druk’ is. Wat dit betreft doet de Junior wat aan de Nissan Juke denken.
De Italianen hebben er voor gekozen om de schildvormige grille (de zogenaamde Scudetto) in zwart uit te voeren. Smaken verschillen, maar persoonlijk ben ik nog lang niet uitgekeken op chromen accenten, zeker niet bij auto’s die menen ‘premium’ te zijn. Maar de Junior heeft een krachtige en dynamische uitstraling. Hij is duidelijk het klein(st)e broertje van de Stelvio en dat is beslist een positieve associatie. De grote 20 inch velgen van de Veloce uitvoering (met kleverige Michelin dan wel Pirelli banden) geven de Junior extra cachet.
De achterzijde van de in Polen gebouwde Junior is ook bijzonder met zijn scherp gesneden ducktail (‘coda tronca’ in het Italiaans; een hint naar beroemde sportwagens van Alfa Romeo uit de vorige eeuw). Al met al hebben we hier dus te maken met een auto die allesbehalve een grijze mus is, maar barst van karakter en charisma. Dus ja, de eerste punten heeft de Junior binnen.
De Junior beleeft zijn testdebuut in 280 pk sterke Veloce uitvoering. Die 48.000 euro kostende versie is wellicht niet representatief voor de hele modelreeks (die ook een 136 pk sterke mild hybride versie zal omvatten, naast een reguliere elektrische variant met 156 pk), maar het is natuurlijk wel een smaakmaker. De Veloce uitvoering kon op het legendarische, 20 kilometer lange Balocco testcircuit de sporen worden gegeven. Aldaar viel op dat luidsprekers in de elektrische Alfa Romeo het gemis van een ronkende benzinemotor moeten compenseren. Stel je prijs op die akoestische, maar kunstmatige ondersteuning tijdens het rijden, dan moet je de Dynamic rij modus inschakelen. Het geluid is niet slecht, maar zou toch wat prominenter aanwezig mogen zijn, zoals in de Hyundai Ioniq 5 N bijvoorbeeld.
Geen kanttekeningen zijn er bij het weggedrag van de Junior Veloce. Dat is opvallend lichtvoetig. Mede dankzij de relatief kleine batterij van slechts 54 kWh (groter was in de onderdelen-schappen van moederbedrijf Stellantis niet beschikbaar) is Alfa Romeo er in geslaagd om het gewicht van de 280 pk sterke topuitvoering te beperken tot slechts 1.590 kilo. Daarmee behoort de Junior tot de lichtste elektrische auto’s in zijn segment. Dat merk je goed tijdens het rijden, waar de Alfa Romeo allesbehalve een zwaarlijvige indruk maakt. Het standaard Torsen mechanische sperdifferentieel (uniek voor een elektrische auto) zorgt er voor dat bij hoge bochtsnelheden de neus naar binnen wordt geduwd, waardoor de Junior een behoorlijk vergevingsgezind karakter heeft. Het stuurgevoel is nauwkeurig en direct, terwijl de achterkant in snel genomen bochten zich soms wat speels, maar nooit onveilig, gedraagt.
Kritiek is er wel op de beperkte bijtkracht van de remmen van de Junior Veloce. Alfa Romeo claimt desondanks dat geen enkele concurrent een kortere remweg biedt, maar dat heb ik tijdens de test niet kunnen vaststellen. Voor normaal gebruik zullen de remmen heus wel op hun taak berekend zijn, maar gezien de sportieve aspiraties van de Junior Veloce had ik iets meer fanatisme verwacht van de rode klauwen. Maar eerlijk gezegd komt ook de beloofde sprinttijd van 5,9 seconden seconden (0-100 km/u) er in de praktijk niet helemaal uit. Je vraagt je dus af of de elektromotor, die samen met Nidec is ontwikkeld, echt wel 280 pk levert. Ook het beloofde koppel van 345 Nm ‘voel’ je niet echt.
Dit neemt echter niet weg dat de Junior Veloce veel rijplezier biedt. De Alfa Romeo maakt indruk met zijn perfecte onderstelbalans. Hij is zowel comfortabel als sportief. In bochten zijn er opvallend weinig rolbewegingen. Er zijn eigenlijk geen segmentgenoten die een betere onderstelbalans bieden. De rijeigenschappen van de Alfa Romeo doen niet onder voor die van een hete hatchback. Zoals gezegd kon de Junior Veloce worden getest op een circuit, maar hij is ook zeer geschikt voor dagelijks gebruik. Alfa Romeo geeft een rijbereik van 334 km op, hetgeen aan de magere kant is, maar een kwartiertje opladen is voldoende om de capaciteit weer van 20 procent naar 80 procent op te krikken bij een 100 kW DC-lader. Daar valt prima mee te leven, al zou een 150 kW DC laadmogelijkheid nog beter zijn geweest.
Het sportieve karakter van de Junior Veloce is ook zichtbar in het interieur, waar elektrisch verstelbare kuipstoelen van Sabelt het lichaam perfect ondersteunen zonder oncomfortabel te worden. Alfa Romeo biedt zonder extra kosten de mogelijkheid om de kuipstoelen in te ruilen voor regulier meubilair. Die stoelen beschikken ook over een massage functie én zorgen voor meer beenruimte voor de passagiers achterin.
In ‘Sabelt uitvoering’ is het echter zeker niet onaanvaardbaar krap achterin de Junior. Hij is dus voldoende ruim voor 4 volwassenen en qua bagage kan er voor 400 liter aan koffers worden ingeladen (de capaciteit kan worden vergroot tot 1.265 liter door de achterbank leuning neer te klappen).
Het ‘Cuore Sportivo’ van de Junior Veloce vind je niet alleen terug in de kuipstoelen, maar ook in de algehele ambiance van het interieur. Zo is er een ronde overkapping en de kokers voor de digitale meters. Ook de graphics zorgen voor de juiste Alfa Romeo-sfeer. Het dikke sportstuur is bekleed met Alcantara en ligt niet alleen lekker in de hand ligt, maar ook prettig op het netvlies. Verder zijn er veel rode accenten.
Wel is het jammer dat het dashboard zo’n hoog plastic gehalte heeft. Van verfijnde Italiaanse couture is helaas geen sprake. Voor 48.000 euro mag je een hoogwaardigere materiaalkeuze verwachten. Het touchscreen van het multimedia systeem (10,25 inch) mocht wat groter zijn en het is even zoeken in de menustructuur, maar de installatie reageert wel vlot op “Hey Alfa Romeo” voice commands. De airconditioning bedien je gelukkig met fysieke knoppen.
Conclusie
Alfa Romeo start pas in het eerste kwartaal van 2025 met de levering van de Veloce uitvoering. Vanaf september zullen alleen de 156 pk sterke elektrische versies te koop zijn. Toch is hij het wachten waard. 48.000 euro is niet bepaald weinig voor een B-segment SUV, maar je krijgt er veel rijplezier voor terug. Dit maakt mij razend benieuwd hoe de basisversie met 156 pk (39.000 euro, of 41.000 euro als Speciale) zal bevallen. Of anders de hybride uitvoering die 33,5 à 34 mille gaat kosten. Feit is dat wij hier te maken hebben met een Alfa Romeo die mijn hart behoorlijk sneller deed slaan. Dat is na de teleurstellende Tonale uitstekend nieuws. Als Alfa Romeo het niveau van de Junior weet vast te houden, dan is er écht sprake van een nieuw tijdperk voor het merk!
De Junior betekent dus een frisse herstart voor het ooit zo roemruchte merk. Alle lof dient daarvoor naar het nieuwe moederbedrijf Stellantis te gaan. Die heeft blijkbaar wel het geld en de kennis in huis om Alfa Romeo een gamechanger te bezorgen. Stellantis verdient ook een compliment dat de Junior zo weinig gelijkenissen heeft met de technisch identieke Fiat 600 en Jeep Avenger, die eveneens in die Poolse fabriek van de band rollen. Het enige zichtbaar gedeelde onderdeel is de voorruit. Om bij zo'n sterke verwantschap toch modellen te kunnen maken die optisch zo sterk verschillen, getuigt van een ontwerpkundig vernuft en industriële flexibiliteit.
-
8