Exclusief: Audi A4 vs BMW 5-serie en Volvo S90

0

Binnenkort gaat hij met pensioen: de huidige BMW 5-serie. Lange tijd was hij de referentie in het zogeheten Executive segment. De BMW maakte vooral indruk met zijn allround kwaliteiten. Maar de concurrentie zit natuurlijk niet stil. Naast de nieuwe Mercedes E klasse was de Volvo S90 de meest spraakmakende modelintroductie in het E segment. Audi vernieuwde op tamelijk onopvallende wijze zijn A4, maar het is wel een opvallend verfijnde auto. Officieel hoort hij in een lagere klasse thuis, maar voor het geld van een goed aangeklede BMW 520d of Volvo S90 D4 kan ook opteren voor de 3.0 TDI versie van de A4.

Het gaat om 50 procent meer motorinhoud. Het verschil komt niet zozeer tot uiting in extra vermogen (218 pk voor de Audi versus 190 pk voor de BMW en Volvo) en ook het koppel is met 400 Nm gelijk, maar bij de A4 is het 500 toeren eerder beschikbaar. Gecombineerd met het lagere gewicht betekent dit dat de Audi moeiteloos accelereert. De BMW en Volvo zijn niet onder gemotoriseerd, maar hebben wel 1,1 resp. 1,3 seconden meer nodig voor de sprint naar 100 km/u. Ook heeft de A4 een hogere topsnelheid; ten opzichte van de S90 gaat het zelfs om een verschil van meer dan 20 km/u.

De A4 is niet alleen sneller dan zijn concurrenten, maar ook stiller. Dat komt omdat zijn dikke motor minder hard hoeft te werken. En op momenten dat je wel het gaspedaal maximaal intrapt, wordt je getrakteerd op een gecultiveerd geluid van een V6. De wat rauwe 4 cilinder blokken van de 5-serie en S90 produceren meer lawaai. De Volvo maakt stationair het duidelijkst van het dieseltype te zijn, terwijl je de BMW het sterkst hoort als je accelereert. Als klap op de vuurpijl is de Audi ook nog eens het stilst qua rolgeluiden. Bij de S90 dringt het meeste lawaai de cabine binnen.

Alledrie de testauto’s waren voorzien van een automaat. Bij de Audi gaat het om een S-tronic unit met 7 versnellingen en dubbele koppeling. Die transmissie pakt niet mooi soepel op bij fileverkeer, waardoor je wat schokkerig rijdt. De unit in de Volvo maakt op dit punt geen fouten en heeft een verzet extra, maar twijfelt soms als je na een korte pauze opnieuw het gaspedaal intrapt. Dat een automaat ook compleet foutloos kan zijn, bewijst BMW. Zijn zogeheten 8-traps Steptronic unit is zowel responsief als soepel werkend.

Het testexemplaar van de S90 was voorzien van optionele luchtvering achter. Je zou denken dat de Volvo hiermee in het voordeel is ten opzichte van zijn conventioneel geveerde concurrenten, maar dat is niet het geval. Met name bij stadsritten gedraagt de Zweed zich het onrustigst en hij heeft ook het meeste last van dwars naden. De Audi en BMW veren een klasse beter. De A4 excelleert op hoge snelheid terwijl de 5-serie het meest vergevinggezind is in de stad.

Dat men in Zweden nog wat kan leren van de onderstelafstelling van de Duitse premiummerken, blijkt ook als we het weggedrag onder de loep nemen. De Volvo heeft een behoorlijke hekel aan bochten. Althans, de zelfcentrerende neiging van de S90 is veel sterker dan bij de A4 en 5-serie. En kom je in een bocht een oneffenheid tegen, dan zal de Zweed daar sneller van uit zijn element raken dan zijn Duitse collega’s. De carrosserie van de BMW blijft in bochten mooi vlak, maar de 5-serie moet op zijn beurt zijn meerdere kennen in de A4, die merkbaar lichtvoetiger is en meer lineair bekrachtigde besturing heeft. Nadeel van de Audi is dat hij het meest overhelt, maar dat neemt niet weg dat hij zich het snelst en meest intuïtief door bochten laat manoeuvreren.

Voorin kan iedereen bij elke testauto een comfortabele zitplek vinden. Optionele elektrische verstelling van de voorstoelen zorgt bij de A4 voor een relatief hoge zitpositie, maar dat went snel. De 5-serie en de S90 zijn standaard voorzien van (deels) elektrische verstelling. Gaat het om de vraag wie de comfortabelste stoelen heeft, dan wint de Volvo. Dit merk zal ook de meeste fans hebben bij de achterpassagiers. Met name de hoeveelheid beenruimte maakt indruk. De BMW is amper minder ruim en scoort eigenlijk ook prima. Dit in tegenstelling tot de Audi. Achterpassagiers hebben hier duidelijk minder ruimte, zowel voor hun benen, hoofd als schouders. Bent u vaak met 3 personen achterin op pad, dan is de A4 niet de beste keuze van dit gezelschap.

Een andere optie op het testexemplaar van de A4 was de zogeheten Virtual Cockpit. Dit digitale instrumentarium biedt een schat aan informatie. Bij de 5-serie werkt alles nog analoog, maar de meters zijn zeer goed afleesbaar. De S90 heeft een digitaal instrumentarium standaard, maar zijn scherm is kleiner en biedt minder informatie dan bij de A4. Gaat het om materiaalgebruik, dan maakt de Audi de weldadigste indruk. De BMW heeft ook een foutloze afwerking, maar hier en daar toch wat goedkoper plastic.

Volvo heeft mooie materialen gebruikt (zacht kunststof en aluminium), maar er zijn (te veel) scherpe randen en te grote kiernaden. Daarnaast is de bedieningsvriendelijkheid van het infotainment systeem niet optimaal. De S90 pakt echter een puntje terug met de mogelijkheid om de achterbankleuning elektrisch om te kunnen klappen. Bij de A4 moet je dit handmatig doen, en bij de 5-serie is deze vorm van variabiliteit een optie. Deze vorm van krenterigheid zou je de BMW evenwel kunnen vergeven omdat zijn kofferbak het grootst is.

Geen van de 3 testauto’s komt in aanmerking voor een verlaagde bijtelling. Opvallend is dat de A4 met zijn dikke 6 cilinder 3,0 liter motor de minste CO2 uitstoot. Het slechtst scoort in dit opzicht de S90. Zijn hogere brandstofrekening kan echter gecompenseerd worden met een lagere basisprijs. Daarnaast heeft de Volvo veruit de meest complete veiligheidsuitrusting met onder andere Pilot Assist waarmee semi-autonoom kan worden gereden. Ook is de S90 voorzien van krachtige en adaptieve LED koplampen, terwijl de A4 en 5-serie standaard op pad worden gestuurd met (achterhaalde?) xenon units.

Conclusie

Als het om de meeste toeters en bellen voor je geld aan komt, dan wint (dus) de Volvo. De S90 biedt achterin ook de meeste beenruimte. Maar gaat het om allround kwaliteit, dan is de bokaal voor de A4. De Audi is weliswaar minder ruim dan zijn concurrenten, maar objectief gemeten geen krappe auto. Mede dankzij zijn 6 cilinder motor is het lange afstandcomfort ongeëvenaard. Ook weet de A4 het beste raad met bochten en is de interieurafwerking excellent. Voeg daarbij de beste prestatie:verbruik/uitstoot verhouding en de onopvallend ogende Audi wint deze vergelijkingstest. Tegelijkertijd verdient BMW een pluim omdat de 5-serie ondanks zijn leeftijd een imponerend goede mix van ruime en dynamiek biedt. De rode lantaarn in deze test is voor de Volvo. De S90 is weliswaar zeer veilig, maar het onderstel stelt in meerdere opzichten teleur (veercomfort, bochtgedrag) en ook het verbruik valt voor zo’n compleet nieuwe auto met compacte dieselmotor een tikkeltje tegen. Verder ontbreekt in het interieur de (voor een premiumproduct vitale) punt op de ‘i’.

Reageren is niet mogelijk.