Een te banale look: tot aan de facelift in januari 2012 was dit het belangrijkste punt van kritiek die de Twingo II te verduren kreeg. Maar het lot van deze stadsauto had heel anders kunnen zijn als een stijlvoorstel dat veel meer aan de eerste generatie deed denken niet was afgewezen. Deze tekening toont ons die alternatieve tweede generatie Renault Twingo .
Met zijn kikkergezicht wekt de eerste Twingo nog steeds sympathie op. Maar bij zijn vervanging koos Renault niet voor continuïteit. Integendeel: de tweede generatie van deze stadsauto, gelanceerd in 2007, had een veel meer consensuele uitstraling. Van zijn voorganger nam hij feitelijk alleen de deursloten over die verborgen waren achter een halvemaanvormige schaal. De keuze voor dit ontwerp was verre van unaniem. Ook binnen het ontwerpteam dat destijds voor Renault werkte waren de meningen verdeeld.
Op de hoofdfoto zie je een bijna tegengesteld stijlvoorstel. Hoofdkenmerk daarvan zijn zeer ronde koplampen die erg doen denken aan die van de eerste Twingo, ook al hebben ze een gemoderniseerde vorm, met meer reliëf. Tegelijkertijd zien we het silhouet dat ook een veel opvallendere unibody-zijde heeft dan bij het productiemodel, met een korte motorkap die goed in lijn ligt met de voorruit en de enorme zijruiten.
Maar deze schets kreeg dus geen vervolg. De creatie van een levensgroot ‘schaalmodel’, helaas nog nooit onthuld, heeft daar niets aan veranderd, noch de voorstellen voor een Gordini-versie en andere aanpassingen. Het is niet duidelijk wat Renault er toe bracht om voor een veel ‘emotielozere’ carrosserievorm te kiezen. Velen hebben de neiging om Carlos Ghosn de schuld te geven, die destijds de baas van het merk was. Vooral omdat hij ook vaak verantwoordelijk wordt gehouden voor de Laguna III, een ander Renault model dat sterk werd bekritiseerd vanwege het gebrek aan originaliteit in zijn lijnenspel. Maar volgens Fabio Filippini, die hoofd was van de ontwerpstudio in Parijs op het moment dat Francois Leboine het afgewezen ontwerpvoorstel deed, ligt het genuanceerder. Hij zegt dat “Carlos Ghosn nooit het ontwerp van een model naar zijn smaak heeft gekozen of opgelegd”. Volgens Filippini zou de stijlkeuze vooral verband hebben houden met “de directe wens van onder andere de marketingafdeling om afstand te nemen van het ontwerp van de originele Twingo, die als “te vrouwelijk” en “te extreem” werd beschouwd. Het gemengde internationale succes van de eerste generatie zou mede aan de basis hebben gelegen van deze beslissing. Hoewel de originele Twingo een briljante commerciële carrière in Frankrijk had en het model ook in Nederland in de harten van vele autoconsumenten werd gesloten, had de kleine Renault in andere Europese landen meer moeite om te overtuigen. Een semi-mislukking die sommigen hebben toegeschreven aan de buitensporige originaliteit van “de Franse kikker”.
Maar Fabio Filippini meldt ook dat het noodzakelijk was om de neuspartij om veiligheidsredenen te verlengen. Hij maakt ook melding van “droevige karakters” binnen Renault die dachten dat de korte motorkap de klant niet geruststelde. De ontwerper voegt er zelfs aan toe dat hun referentie de Peugeot 106 was. Daarover zegt hij: “ik weet niet of ik moet lachen of huilen. Want juist de bescherming bij een ongeval van de kleine leeuwin was geen voorbeeld om na te volgen”. Zou de Twingo II betere resultaten hebben behaald als er voor het ontwerpvoorstel van François Leboine was gekozen? Dat is onmogelijk om te zeggen, maar de Fiat 500, die bijna tegelijkertijd werd uitgebracht en nog steeds wordt verkocht in een microhybride versie, vond in 2008 meer dan 177.000 kopers in Europa in zijn eerste volledige verkoopjaar, terwijl zijn rivaliserende Fransoos genoegen moest nemen met minder dan 130.000 exemplaren in deze periode. Dit verschil wordt vooral verklaard door de schattige uitstraling van de kleine Italiaan, die echter lang niet zo’n ruim en modern interieur bood.
Renault probeerde de situatie te corrigeren door in januari 2012 een grote facelift door te voeren. Met de terugkeer van een meer afgeronde optiek, meer in de geest van de eerste generatie. Maar de schade was al aangericht en deze restyling kwam te laat om de kleine Renault weer volledig in de race te krijgen. Het derde opus, gelanceerd in 2014, zou niet dezelfde fout maken en vanaf het begin kiezen voor een vriendelijk gezicht. Helaas zullen de twijfelachtige technische keuze om over te schakelen naar de motor achter (een gevolg van de samenwerking met Smart) en de grote rentabiliteitsmoeilijkheden waarmee het A-segment in het algemeen wordt geconfronteerd dit keer het leven van de Twingo moeilijk maken …