Elektrisch rijden: Italië trapt op de rem

0

Nu het Europese parlement deze week het verkoopverbod op auto’s met een verbrandingsmotor per 2035 heeft goedgekeurd, laat Italië opnieuw van zich horen als tegenstander van de plannen. De Italiaanse minister van mobiliteit Matteo Salvini noemde de beslissing “zelfmoord” en een “cadeau voor de Chinese industrie”.

Vorig jaar rond deze tijd hadden de Italianen ook al kritiek geuit op de Europese plannen. Tegen een ban op auto’s met een verbrandingsmotor werd toen vooral gefulmineerd door de toenmalige Italiaanse minister van Ecologische Transitie, Roberto Cingolani die in de nieuwe regering van Giorgia Meloni energieadviseur van de regering is. En nu is het dus de Italiaanse minister van Mobiliteit en vicepremier Matteo Salvini die zijn gal spuit. Hij zet de plannen weg als “ideologisch fundamentalisme”.

Dat er kritiek op de plannen vanuit Italië komt, is niet verwonderlijk. Er is sprake van een belangrijk autoland met merken als Fiat, Alfa Romeo, Lancia, Maserati, Ferrari en Lamborghini. Die zijn voor hun verkopen momenteel nog sterk afhankelijk van modellen met een verbrandingsmotor. Er wordt weliswaar hard gewerkt aan elektrificatie van het gamma, maar neem het voorbeeld van de Fiat Panda: de emissievrije opvolger van dit model wordt eerder duurder dan goedkoper dan de 500e, die minimaal 30.790 euro moet opbrengen. Hetzelfde geldt voor de nieuwe Lancia Ypsilon.

Beide modellen zullen veel klanten kwijt raken, zo is de vrees, met als gevolg een golf aan ontslagen. Ook indirect staat er werkgelegenheid op het spel bij toeleveranciers voor de auto-industrie in Italië. Saneringen en faillissementen in de bedrijfstak van het Zuid-Europese land zullen leiden tot werkloosheid. Italië telt momenteel meer dan 270.000 mensen die werkzaam zijn in de autobranche die goed is voor meer dan 5 procent van het Italiaanse BNP. Salvini wil de bedrijfstak begrijpelijkerwijs niet zomaar ‘weggeven’ aan China. Hij pleit voor meer tijd en middelen voor een minder snelle overgang naar elektrische mobiliteit.

Al voor de uitspraken van Salvini zei de Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken, Antonio Tajani, tijdens een interview met de krant Corrierre della Sera dat Italië wil kijken hoe het doel van de Europese Unie aangepast kan worden. Het land overweegt daartoe om een tegenvoorstel in te dienen waarin een CO2 reductie van 90 procent voorgesteld wordt in plaats van 100 procent. De (Italiaanse) auto-industrie krijgt zo langer de tijd om zich aan te passen. De Italiaanse minister voor bedrijvigheid, Adolfo Urso, vertelde aan de krant La Stampa dat “elektriciteit geen religie is, maar een technologie” en dat er “een neutrale benadering moet zijn op dat vlak”. Volgens deze politicus is een verkoopverbod op auto’s met een benzine- of dieselmotor “het resultaat van een ideologische korte termijn visie die geen rekening houdt met de realiteit.

Dat Salvini niet alleen namens zichzelf spreekt, maar ook het regeringsstandpunt vertolkt, wordt duidelijk als je weet dat de nieuwe Italiaanse premier, Giorgia Meloni, begin januari al stelde dat een ban op verbrandingsmotoren vanaf 2035 zinloos is voor Italië en de industrie in haar land zal schaden. Ze stelde toen op een persconferentie dat ook andere Europese landen zich in zekere mate kunnen vinden in haar standpunt, zonder namen te noemen. Mogelijk doelt zij op Frankrijk, want de EU commissaris voor Interne Markten, Thierry Breton, stelde afgelopen november dat de Europese beslissing om alleen nog maar de verkoop van elektrische auto’s toe te staan risico’s inhoudt voor de werkgelegenheid en de betaalbaarheid.

Kan het tij nog worden gekeerd en is er inderdaad een kans dat het verbod op verkoop van auto’s met een verbrandingsmotor wordt uitgesteld of verzacht? Ja, die kans is er. In 2026 zal de beslissing opnieuw bekeken worden. Binnen 3 jaar gaan de Europese leiders dus weer om de tafel zitten om te bekijken of het verkoopverbod realistisch en houdbaar is, zowel wat de elektriciteitsvoorziening betreft als de stand van zaken bij de autofabrikanten. Daarnaast zal zeker worden gekeken naar de geopolitieke situatie in en rond Europa. Als de oorlog in Oekraïne in 2026 nog niet is afgelopen, zal hernieuwde afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen nog steeds onbespreekbaar zijn. En als China tegen die tijd Taiwan heeft geannexeerd, zal ons Oude Continent meer afstand willen nemen van dit land.

Mogelijk zal Frans Timmermans, vice-voorzitter van de Europese Commissie en verantwoordelijke voor de zogeheten Green Deal dan water bij de wijn moeten doen. Hij is nu nog een fel voorstander van een ban op auto’s met een verbrandingsmotor en meent dat elektrische alternatieven snel beter betaalbaar zullen worden, maar feit is en blijft dat dergelijke milieuvriendelijke personenwagens afhankelijk zijn van groene technologieën die aangewezen zijn op schaarse grondstoffen. En die zijn meer in Rusland en China te vinden dan binnen de Europese Unie.

 

Reageren is niet mogelijk.