Managers in de autobranche maken zich in toenemende mate zorgen over de verkoopverwachtingen voor volledige elektrische auto’s. Dat blijkt uit de nieuwe Global Automotive Executive Survey van KPMG, dat afgenomen werd onder ruim 900 leidinggevenden in de top van de mondiale auto-industrie.
De bestuurders temperen de verkoopverwachtingen. Belangrijkste oorzaak is de aanhoudende kostendruk. Gestegen grondstofprijzen drijven de kosten van batterijen op, waardoor elektrische auto’s gestaag duurder worden. Meer dan de helft van de leidinggevenden is “zeer bezorgd” over de beschikbaarheid van materialen en componenten die nodig zijn voor de productie van elektrische auto’s. Met name zeldzame aardmetalen, lithium- en andere batterijcomponenten zijn schaars. Veel grondstoffen worden momenteel gewonnen en verwerkt in Azië, voornamelijk in China. Er zijn dan ook honderden nieuwe lithium-, kobalt- en nikkelmijnen en verwerkingsfabrieken nodig daar, aldus de auteurs van de KPMG studie.
De bestuurders schatten de wereldwijde verkoop van elektrische auto’s in 2030 nu een stuk lager in dan een jaar geleden. Het afzetaandeel volledig emissievrije personenwagens zal dan niet 70 procent uitkomen, maar op zo’n 40 procent, zo verwachten ze. Dat kan een serieus probleem worden voor fabrikanten die in de tweede helft van dit decennium hun gamma aan modellen met een verbrandingsmotor de deur uit willen doen, zoals Alfa Romeo. Als de bestuurders gelijk krijgen met hun voorspelling, dan lopen dergelijke merken meer dan de helft van het mondiale verkooppotentieel mis.
Meer dan driekwart van de leidinggevenden vreest dat de gestegen rente, de energieprijzen en de totale inflatie hun bedrijf in 2023 negatief zullen beïnvloeden. Ondanks dat zijn ze wel positief gestemd over de winstgevendheid van de autobranche de komende jaren.
