Carlos Tavares is een uitkomst voor interviewers. De Portugees, geboren in 1958 en sinds 2021 de baas bij Stellantis (na 7 jaar eerder het stuur in handen te hebben gekregen bij Peugeot SA) is zelden spaarzaam met kernachtige uitspraken. Dit was ook het geval in een recent gesprek met een Duitse krant waarin de CEO van Stellantis kritiek uitte op de hoge productiekosten bij onze oosterburen en de Europse Unie bekritiseerde omdat die te slaperig is met het oog op toekomstige uitdagingen.
Vorig jaar (2022) was Tavares streng voor Opel. De topman getuigde van een gebrek aan bouwkwaliteit bij het traditionele Duitse merk, dat sinds 2017 deel uitmaakt van ‘zijn’ PSA (en later van de Stellantis Groep). “Zelfs Chinese fabrikanten bouwen betere auto’s”, zei de manager destijds. In het huidige interview is Tavares een stuk milder. “De bouwkwaliteit van de Duitse Opel fabrieken is enorm verbeterd”, zo citeerde de krant de Portugees.
Volgens Tavares had de hoofdfabriek van Opel in Rüsselsheim vorig jaar de slechtste beoordeling van de 3 Duitse sites van het merk. De productiefaciliteit zat toen “in de onderste 25 procent van onze fabrieken wereldwijd”. Dat was niet alleen pijnlijk voor Opel, maar ook voor premium zustermerk DS dat haar ‘4’ in Rüsselsheim laat bouwen. Doordat de bouwkwaliteit aldaar te wensen overliet, was de toekomst van de fabriek “op middellange termijn onzeker is”.
Dat sombere toekomstperspectief is nu achterhaald. De bouwkwaliteit in Rüsselsheim kan er tegenwoordig mee door en qua winstmarges speelt Opel nu op het niveau van de beste Europese Stellantis merken. Betekent dit dat het personeelsbestand (in de afgelopen jaren na een fors banenverlies geslonken tot zo’n 9.000 medewerkers) nu rustig kan gaan slapen? Nee, de huidige situatie is volgens Tavares geenszins een garantie voor de toekomst.
“Vanuit mijn oogpunt is de hele Europese auto-industrie momenteel in gevaar”, zo citeerde de Duitse krant de automanager. De Portugees is slechts matig tevreden over de algehele productkwaliteit van Opel: “Gemiddeld zijn is zeker niet goed genoeg voor Duitsland. Onze Duitse fabrieken zouden natuurlijk tot de top 25 procent van Stellantis moeten behoren”. Maar die kritiek valt in de categorie “gemopper” en lijkt geen reden te zijn om nu een forse reorganisatie in gang te zetten.
Tavares ziet het grote probleem echter elders en richt zich met name op de huidige Duitse stoplichtregering: Duitsland als productielocatie is simpelweg veel te duur. “Duitsland is momenteel de duurste plaats ter wereld om auto’s te produceren”. Op de Duitse locaties zijn de productiekosten 4 keer hoger dan in Zuid- en Oost-Europa. “Hoewel de arbeidsproductiviteit ook hoger is, is die niet 4 keer zo hoog als in andere Europese landen”, zei Tavares.
Maar Tavares ziet niet alleen de door de stijgende energieprijzen exploderende productiekosten in Duitsland als een toekomstig probleem. Hij voorziet dat de hele Europese auto-industrie onder de voet gelopen gaat worden als gevolg van ongereguleerde toegang tot de Europese Unie voor Chinese autofabrikanten. Het huidige marktaandeel van Chinese fabrikanten in Europa is nog klein. Maar dit groeit exponentieel en zou al in 2025 kunnen verdrievoudigen tot 15 procent.
“Ik maak mij zorgen over de export van Chinese auto’s naar Europa; een markt die volledig openstaat voor Chinese fabrikanten. Mijn zorg is dat tegen de tijd dat de Europese Unie het probleem erkent, het te laat zal zijn”, zei Tavares in een interview. Hij voorspelt een harde prijzenoorlog tussen Chinese toeleveranciers, die de Europese auto-industrie op eigen bodem zou kunnen verliezen.
Tavares heeft sowieso al een ambivalente relatie met China. Op de Autosalon van Parijs in 2022 kondigde Tavares de terugtrekking aan van de productie van Stellantis in China. Dat heeft met name voor Jeep grote gevolgen.