Ford schikt voor 333 miljoen na ontduiking invoerrechten

0

Ford heeft een schikking getroffen à 365 miljoen dollar (333 miljoen euro) met de autoriteiten van de Verenigde Staten. De fabrikant wordt ervan beschuldigd de hoge importheffingen op het invoeren van bestelbusjes vanuit Turkije te hebben ontweken.

Het gaat om honderdduizenden exemplaren van de Transit Connect (foto). Die zijn in de Verenigde Staten tussen april 2009 en april 2013 ingevoerd. De bestelbusjes zouden bewust of onbewust onjuist zijn geclassificeerd, waardoor de waarde lager was. Daardoor hoefde er door Ford minder invoerrechten betaald te worden.

FordTransitConnect2010

Volgens het Amerikaanse ministerie van Justitie gaat het om een van de grootste douaneboetes in de recente geschiedenis. De zaak die nu geschikt is, draait om de zogeheten ‘Chicken Tax’. Die werd in de jaren zestig in de Verenigde Staten ingevoerd nadat Europa moeilijk deed over de invoer van kippenvlees. Als reactie voerden de Amerikanen toen een importheffing in op bedrijfswagens.

Ford dacht op een slimme manier in Europa gebouwde exemplaren van de Transit Connect goedkoop te kunnen invoeren, maar krijgt nu toch het deksel op de neus. De importheffing op bedrijfswagens bedraagt 25 procent. Effectief betekent dit dat het bijzonder lastig is om een businesscase te maken voor de verkoop van dergelijke geïmporteerde auto’s in de Verenigde Staten. De heffing kan alleen worden omzeild door bedrijfswagens lokaal te produceren. Veel buitenlandse autofabrikanten zien daar van af, met als gevolg dat de Amerikanen met name de pick-up markt grotendeels voor zichzelf hebben.

Ford profiteert daar met de populaire F-series misschien wel het meest van, maar commerciële ondernemingen gedragen zich vaak als ‘rupsjes nooit genoeg’ en wilde ook flink geld verdienen aan de import van in Turkije gebouwde exemplaren van de Transit Connect. Het bedrijf dacht de invoerheffing slim te kunnen omzeilen met een truc: de bestelwagens werden voorzien van een achterbank en zijruiten, waardoor er sprake was van een ‘heffingsvrije’ personenauto. Eenmaal gearriveerd op Amerikaanse bodem werden de bank en de ruiten weer verwijderd, zodat de Transit Connect als bestelwagen kon worden verkocht.

Die hele ombouwoperatie was in 11 minuten gepiept. De gemonteerde achterbank was volgens het Amerikaanse ministerie van Justitie bovendien overduidelijk van een goedkoper materiaal vervaardigd dan de voorstoelen, wat de verdenking versterkte dat het hier om een belastingtruc ging. Ford gooide aanvankelijk zijn kont tegen de krib, maar geeft zich nu toch gewonnen: door te kiezen voor een schikking à 333 miljoen euro hoopt de autofabrikant de kwestie achter zich te kunnen laten.

 

Staking in Duitse Ford fabriek

Een andere tegenvaller deze week voor Ford is dat in de Duitse fabriek waar nu nog de Focus wordt geproduceerd (de vestiging in Saarlouis) de assemblagelijnen tot stilstand zijn gekomen. Niet vanwege extreem-linkse actievoerders die de Europese economie willen vernietigen of door eigen personeel, maar door een grote staking bij toeleveranciers. Daardoor zijn er geen onderdelen om nog exemplaren van de Focus te kunnen maken.

In totaal hebben zo’n 500 leden van de vakbond IG Metall het werk bij meerdere toeleveranciers neergelegd. Het gaat om onderdelen als motor- en transmissiecomponenten, assen, carrosseriepanelen, uitlaten en bedrading. De staking bij de toeleveranciers houdt direct verband met de beslissing van Ford om volgend jaar te stoppen met de productie van de Focus. Indien geen koper voor de fabriek in Saarlouis wordt gevonden, gaat de site dicht.

Dit betekent niet zozeer onzekere tijden voor de 3.500 medewerkers, want voor hen heeft Ford een goede afvloeiingsregeling opgetuigd, maar niet voor de mensen die werken bij de toeleveranciers in kwestie. Die zijn voor hun werk (en dus hun loon) ook helemaal of grotendeels afhankelijk van Ford. Om de autofabrikant te bewegen om ook het personeel van de toeleveranciers een goede compensatie te bieden, wordt er nu gestaakt.

De staking is voor onbepaalde tijd en dat levert stress op in de directieburelen van Ford, want een stilliggende productie kost Ford ongeveer 1 miljoen euro per dag.

 

Reageren is niet mogelijk.