Milieuzones zijn een doolhof

0

De regels rond de milieuzones in Nederland zijn te onduidelijk. Dat zeggen verschillende ondernemersorganisaties. Volgens hen zijn de regels in iedere gemeente anders. Zij pleiten daarom voor een eenduidig beleid.

Gemeenten in Nederland mogen zelf bepalen of ze een milieuzone instellen of niet. Er zijn nu 13 gemeenten met een milieuzone in Nederland voor vrachtauto’s. De 3 grootste steden hebben er inmiddels ook één voor personenauto’s en bestelbusjes. Utrecht trapte vorig jaar af met een eerste milieuzone voor auto’s, daar mochten toen dieselauto’s van voor 2001 niet meer in. In Rotterdam is dat ook zo, maar daar mogen ook auto’s die op benzine rijden van voor 1992 er niet meer in. En in Amsterdam geldt dan weer dat vanaf 2017 dieselauto’s van voor 2000 er niet in komen.

Directeur Leendert-Jan Visser van MKB Nederland noemt het huidige beleid “absurd en irritant. Je zal maar ondernemer zijn en het hele land door moeten voor je installatiebedrijf. Dan moet je per stad gaan bekijken of je er nog met je bestelbus in kunt komen”.

Er is eerder wel discussie geweest in de Tweede Kamer over of er niet één landelijk verkeersbord moet komen voor milieuzones en daar zou je dan ook op kunnen lezen wat er geldt in de gemeente waar je binnen rijdt. Maar dat bord is er niet gekomen. Ook is er gesproken over het totaal verbieden van de milieuzones, maar dat kwam er niet door bij de rechter. En daar is het bij gebleven.

Vervoersvereniging EVO, de RAI vereniging, ondernemersvereniging VNO-NCW en MKB Nederland trekken nu aan de bel. Er moet een einde komen aan deze chaos. Visser: “De minister is bevoegd om te zeggen: dit wil ik niet. Laat haar nationale voorwaarden aan lokale milieuzones stellen”.

Waar de politiek wel een knoop over heeft doorgehakt, is de compensatieregeling voor bestelbusjes. Die komt er voorlopig niet. Dat blijkt uit de begroting voor 2017 die staatssecretaris Sharon Dijksma van infrastructuur aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Vervoersvereniging EVO reageert teleurgesteld.

Ondernemers die met hun bestelauto niet in de milieuzones van Utrecht, Rotterdam en vanaf januari Amsterdam mogen komen, zouden hiervoor worden gecompenseerd. Raymond Mens, woordvoerder van EVO, verwacht een grote strop voor ondernemers als deze regeling wordt uitgesteld. “Door de milieuzones moeten velen hun bestelbusjes vervangen. De kosten hiervoor kunnen oplopen tot tienduizenden euro’s per ondernemer”. De EVO en Fenedex, belangenbehartigers van 20.000 handels & productiebedrijven, zijn dan ook tegen uitstel.

De milieuzones zijn al ingevoerd in Utrecht en Rotterdam en vanaf 1 januari 2017 wordt Amsterdam ook verboden gebied voor zeer vervuilende auto’s. “Er worden al boetes uitgedeeld, maar dat is oneerlijk. Als de ondernemer de beloofde compensatie niet krijgt, kan hij zijn wagens niet vervangen”, aldus Mens. Daarom willen EVO en Fenedex dat er geen boetes worden uitgedeeld totdat de compensatieregeling is ingevoerd. “Daarnaast willen we niet dat de regeling nog langer wordt uitgesteld”, vertelt Mens. In Rotterdam zijn er al duizenden auto’s gesloopt voor de milieuzone.

Roel Vincken, woordvoerder van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, zegt dat de regeling is uitgesteld omdat er nog wordt gekeken naar de typegoedkeuring van verschillende nieuwe bestelwagens. “Denk aan de emissiefraude van Volkswagen. We willen eerst onderzoek doen om er zeker van te zijn dat de nieuwe bestelbusjes minder fijn stof uitstoten dan de oude”.

Het opschorten van handhaving totdat de compensatieregeling in gaat, vindt Vincken onnodig. “De invoering van milieuzones wordt per gemeente apart geregeld. Zij hebben ook hun eigen tegemoetkomingen. De landelijke compensatieregeling is een extraatje, van in totaal 4 miljoen euro. Ondernemers kunnen rekenen op een compensatie tussen 500 en 2.200 euro per ondernemer”.

Over de invoering van milieuzones was al eerder een hoop te doen. Zo protesteerde de vereniging voor klassieke auto’s KNAC tegen de invoering van een milieuzone in Utrecht en ging deze club tegen de uitspraak in hoger beroep.

Reageren is niet mogelijk.