Stellantis: koppel Chrysler aan Opel

0

Sinds het huwelijk van Fiat Chrysler Automobiles met Peugeot SA is er dankzij de financiële slagkracht van deze partner weer geld voor nieuwe modellen van merken die tot dit jaar nog ten dode opgeschreven leken: Chrysler en Lancia.

Dat deze 2 merken in 1 adem genoemd worden, is geen toeval. Sterker nog: toen Fiat Chrysler Automobiles nog een zelfstandige koers voer, was er sprake van een twee-eiige tweeling waar over en weer modellen van elkaar op de Europese markt werden verkocht. Dat was geen groot succes, hetgeen niet in de laatste plaats kwam doordat het repertoire niet bepaald okselfris meer was.

Nu er weer geld is voor nieuwe modellen, wordt er op internet direct weer gefilosofeerd over shoppen bij elkaar. Lancia zou dan de productieversie van de Chrysler Airflow Vision conceptstudie onder eigen vlag kunnen gaan verkopen. Bijvoorbeeld met als modelnaam Aurelia. Als ruilmiddel zou dan de C segment cross-over die bij Lancia momenteel in ontwikkeling is kunnen dienen.

Autointernationaal zegt: niet doen. Enerzijds omdat de geplande wederopstanding van Lancia zo fragiel en kwetsbaar is dat je dit niet vanaf dag 1 moet gaan verzieken met Amerikaans bloed van Chrysler. De Italianen moeten in de eerste plaats weer een stevige thuisbasis gaan opbouwen (enkel de Ypsilon verkopen is daarvoor niet voldoende). En in eigen land hebben ze nou eenmaal het liefst compacte auto’s. Geen grote personenwagens. Dat Lancia vorig decennium in Italië de eigen versies van de Chrysler modellen 300C en Voyager niet aan de straatstenen kwijt zou kunnen, had dan ook een kind kunnen voorspellen.

Op zich is er niks mis met het zoeken naar synergie, maar doe dan dat wel tussen partners die een vruchtbaar resultaat kunnen opleveren. Koppeling van Chrysler aan Lancia levert alleen maar doodgeboren kindjes op. Heel anders is de situatie als de Amerikanen in bed zouden stappen met Opel en in diens kielzog de Britse zuster Vauxhall. Dat kan een aantal interessante liefdes baby’s opleveren met een goed afzetpotentieel op de thuismarkten van beide merken, respectievelijk Duitsland en Groot-Brittannië.

Want waar Italië een typisch B segment land is, daar wordt het hart van de Duitse automarkt gevormd door het D segment. De Volkswagen Golf gaat bij onze oosterburen weliswaar aan kop in de verkoopstatistieken, maar daarna volgen vaker de Audi A4, BMW 3-serie, Mercedes C klasse en Volkswagen Passat dan de Audi A3, BMW 1-serie en Mercedes A klasse (aangevuld met de Ford Escort en Opel Astra). In Groot-Brittannië is het D segment minder dominant, maar toch is dat een land met grote inkomensverschillen waar dure auto’s zich prima laten verkopen. Daarvoor hoef je alleen maar naar bijvoorbeeld Aston Martin, Bentley en Land Rover te kijken.

Sinds de Sintra heeft Opel een trauma overgehouden aan Amerikaanse modellen. Maar met de GT van vorig decennium was, hoewel een nicheproduct, in bouwtechnisch opzicht weinig mis. En als Carlos Tavares van het overkoepelende Stellantis concern de kwaliteit teugels strak in handen houdt, hoeven Opel en Vauxhall zich niet te schamen voor karaktervolle Chrysler producten. Ook omdat daarmee het gamma aan de bovenkant kan worden aangevuld. Want stel dat Chrysler met een spirituele elektrische opvolger komt voor de 300C SRT-8 en Opel die mag gaan verkopen. Dan krijgt de modelnaam Commodore GS/E ineens een hele nieuwe betekenis!

Die Airflow Vision conceptstudie van Chrysler is trouwens ook zeer geschikt voor verkoop door Opel en Vauxhall. Want door je oogharen kijkend naar dit model zie je eigenlijk de contouren van de Ford Mustang-E, ook omdat de technische opzet in grote lijnen vergelijkbaar is. En in Europa weten we allemaal: waar Ford is, daar is Opel. En niet Lancia …

Reageren is niet mogelijk.