Einde van een tijdperk: laatste Chrysler 300 loopt van de band

0

Begin jaren 50 was Chrysler in zekere zin het Amerikaanse equivalent van Mercedes. Niet de grootste autofabrikant, maar wel producent van personenwagens die beslist als ‘premium’ konden worden bestempeld. De bouwkwaliteit was door de bank genomen beter dan bij Ford en General Motors, en van tijd tot tijd zorgde Chrysler voor spraakmakende innovaties.

Maar net als bij Mercedes zeker begin jaren 50 het geval was, kon niet iedereen het conservatieve design waarderen. Dat Chrysler wat vormgeving van haar auto’s toen een behoudende koers voer, had alles te maken met de kater die zij aan de Airflow had overgehouden. Met dit model werd de concurrentie in eigen land weliswaar op achterstand gezet, maar helaas haakten ook veel klanten af. De vormgeving van de Airflow was eenvoudig weg te futuristisch en conventioneel.

ChryslerAirflow

Dus Chrysler keerde op haar schreden terug en koos na de Tweede Wereldoorlog voor een design dat in vergelijking met de creaties van Cadillac, Hudson en Lincoln wel erg traditioneel was. Ja, de sedans boden met een hoge, bolle dak meer hoofdruimte dan de concurrentie zodat mannen hun hoed op konden houden tijdens het rijden (iets wat in de toenmalige Studebaker producten absoluut onmogelijk was), maar dat was geen kwaliteit waarmee jongere automobilisten verleid konden worden, met alle verkoopgevolgen van dien. Chrysler moest weer sexy worden en bracht daartoe bijna 70 jaar geleden de 300 uit: een echte hoogvlieger op de weg. Dit modeltype kreeg vele afleveringen en is onlosmakelijk verbonden met de veelbewogen geschiedenis van het merk. Maar nu is het hoofdstuk ‘300’ gesloten. Tenminste, voor dit moment. In de Verenigde Staten rolde net voor de jaarwisseling het laatste exemplaar van de lopende band. Daarmee is een tijdperk uit de Amerikaanse autogeschiedenis ten einde.

Chrysler300Claatste

Het laatste exemplaar dat de fabriek in het Canadese Brampton (Ontario) verliet, was een ​​fluweelrood gespoten 300C met onder de kap een 6,4 liter V8 met zo’n 500 pk. Het is ook het laatste exemplaar van een speciale afscheidsserie waarvan de oplage beperkt was tot 2.000 exemplaren; allemaal bestemd voor de Amerikaanse markt. Zijn V8 motor maakt de cirkel rond, want de modelnaam ‘300’ vindt zijn oorsprong in de 2-deurs sportsedan 300, die in 1955 zijn verkoop carrière begon met een 300 pk sterke 5,7 liter V8. Destijds werd de Chrysler met onafhankelijke wielophanging beschouwd als de krachtigste productieauto in de Verenigde Staten. Zijn topsnelheid bedroeg 208 km/u; een adembenemend hoog temp voor die tijd.

Chrysler 300 altneu.jpg

Het debuutmodel werd snel gevolgd door nieuwe edities en varianten van de Letter- en niet-Letter Series, waarvan sommige nóg krachtigere motoren hadden en veel racesuccessen wisten te behalen, onder meer tijdens de Daytona Speed ​​Week en snelheidsrecords in Bonneville. In 1957 volgde de 300C van de letter serie met een 375 pk sterke V8 motor. Die maakte in 1958 alweer plaats voor de 300D met een topsnelheid van 252 km/u.

Na het einde van de ‘300 Letter Series’ en de ‘300 non-Letter Series begin jaren ’70 (emissienormen hadden samen met de energiecrisis van 1973 bruut een einde gemaakt aan de vermogenswedloop op de Amerikaanse automarkt) bleef het lang stil rond de Chrysler 300, die pas in 1998 een comeback maakte met de toen zeer moderne 300M als opvolger van de Letter Series. Die sedan uit het executive segment, qua dna nauw verwant aan de Renault 25, werd ook officieel door Chrysler in Europa verkocht. In verband met de overstap naar voorwielaandrijving had de klassieke V8 motor plaatsgemaakt voor een V6 blok.

De in Nederland vrij succesvolle opvolger genaamd ‘300’ nam in 2004 het stokje over en was een kind uit het korte huwelijk tussen Chrysler en Daimler-Benz. Visueel vertrouwde hij op retrocharme, maar onderhuids waren er talrijke componenten uit de Mercedes-Benz E-klasse van de 210-generatie te vinden. De 5 meter lange sedan wist hiermee de gevoelige snaar bij menig manager en directeur te raken. Met name de hoogwaardigere 300C versies met V8 motor (die een comeback kon maken omdat het donormodel van Mercedes immers achterwielaandrijving had) sloegen goed aan. Die werden hoofdzakelijk vervaardigd door Magna-Steyr in Graz. Een V6 dieselversie zorgde voor extra klanten en de Touring stationwagen uitvoering uit 2006 wist ook zondermeer te verleiden. Maar daarmee had de Chrysler 300 zijn hoogtepunt gehad, althans op de Europese markt. In 2007 kwam het tot een breuk met Daimler-Benz. In eigen beheer ontwikkelde Chrysler in 2011 een nieuwe editie van de 300, die optisch en technisch weliswaar nauw verwant was aan zijn voorganger, maat het was geen auto die de bakens wist te verzetten.

LanciaThema21101101.JPG

Nadat Fiat zich in 2009 over Chrysler ontfermde, ontstond er een zoektocht naar mogelijke synergie effecten tussen de Italiaanse en Amerikaanse autofabrikanten, met als gevolg dat de 300C tussen 2011 en 2014 in Europa verkocht werd als Lancia Thema, zonder succes. Traditionele Chrysler klanten wisten de showrooms van het Italiaanse merk niet te vinden en andersom wilden Lancia fans nog niet dood gevonden worden in een Amerikaanse bruut.

Chrysler300S

Sindsdien heeft de Chrysler 300 onze marktregio vermeden. Op de Noord-Amerika werd de sedan echter nog jarenlang met succes verkocht. Dat kwam ook omdat Ford en General Motors hun koers grotendeels naar voorwiel aangedreven modellen hadden verlegd. Fans van klassieke Amerikaanse sedans kwamen zo automatisch bij Chrysler terecht, tenminste, als er geen budget was voor een Cadillac of Lincoln.

Chrysler300CfinalEdition

De 300 werd technisch diverse keren gemoderniseerd, maar uiteindelijk konden de updates een daling van de verkoopcijfers niet voorkomen. Dat komt vooral doordat de Amerikaanse autoconsument liever een grote SUV heeft met 3 rijen zetels. Met als resultaat dat er van de 300 afgelopen jaar minder dan 8.000 exemplaren werden verkocht in zijn geboorteland. Daar kan de schoorsteen in Brampton niet van roken.

De productiestop betekent echter niet het definitieve einde van de 300. Chrysler is nu een van de vele merken van de Stellantis Groep die zich steeds meer op elektrische mobiliteit richt. Dit betekent dat de 300 al over een paar jaar zijn comeback zal kunnen maken als elektrische sedan op het STLA platform. Klinkt dat als een eenheidsworst? Niet persé. Wij kunnen hoop putten uit het feit dat Stellantis alles uit de kast heeft gehaald om te voorkomen dat de nieuwe Lancia Ypsilon als een slap aftreksel van de Opel Corsa of Peugeot 208 oogt. Indien dit huzarenstuk bijde Chrysler 300 herhaald kan worden, dan komt het zeker goed. 

 

Reageren is niet mogelijk.