Hoe euforisch zijn Italianen nu Alfa Romeo haar eerste volledig elektrische auto heeft gepresenteerd: de Milano, een model waarmee het merk bovendien weer actief wordt in het (prijs)segment van de MiTo en Giulietta? Dat schijnt wat tegen te vallen.
Carlos Tavares, de CEO van moederbedrijf Stellantis, voelde zich tijdens de presentatie van de Milano namelijk genoodzaakt om uit te leggen waarom de nieuwe Alfa Romeo niet in Italië gebouwd wordt. Hij was daar klip en klaar over: de Milano zou 10.000 euro meer gaan kosten en zodoende minder competitief zijn geweest als hij in dit land gebouwd zou gaan worden in plaats van in Polen.
Maar goed, het is natuurlijk wel een dingetje, zeker voor Italiaanse chauvinisten (en patriotten): de eerste Alfa Romeo die buiten Italië wordt gebouwd sinds de oprichting van de autofabrikant in 1910. De Milano zal namelijk worden gebouwd in het Poolse Tychy, naast zijn zustermodellen Fiat 600 en Jeep Avenger, met wie de Alfa Romeo onderhuids veel gemeen heeft.
De kwestie ligt gevoelig omdat Tavares in botsing is gekomen met de Italiaanse regering en de lokale vakbonden over koopsubsidies voor elektrische auto’s en het productievolume van Stellantis in Italië. In 2021 ging Fiat Chrysler Automobiles, de nationale trots van het land, op in het Stellantis concern. Dat maakte het door Tavares geleide bedrijf de enige autofabrikant voor de massamarkt met fabrieken in Italië.
Tavares heeft van Stellantis een zeer winstgevende autofabrikant gemaakt en dat wil hij graag zo houden. Productie van de Milano in Italië was daarom voor hem geen optie. Dat zou hebben geleid tot veel hogere kosten, waardoor de Alfa Romeo een aanzienlijk forser prijskaartje zou hebben gekregen (met alle negatieve consequenties voor het verkooppotentieel van dien). En zonder doorberekening van die hogere productiekosten in Italië zou de winstmarge van Stellantis worden aangetast. Daar wil Tavares niet verantwoordelijk voor zijn.
Om de Italiaanse gemoederen te bedaren, zei Tavares tijdens de presentatie van de Milano dat de volgende generatie Stelvio, die eind 2025 wordt verwacht, net als de een jaar later te introduceren nieuwe Giulia, wél in Italië gebouwd gaan worden, namelijk in Cassino. Beide modellen zullen worden gebaseerd io het nieuwe STLA Large platform dat Stellantis speciaal ontwikkeld heeft voor grotere elektrische auto’s. Om productie van modellen op deze architectuur in Italië mogelijk te maken, zal Tavares ruim 100 miljoen euro investeren in de fabriek in Cassino. Bij de Giulia en Stelvio speelt het probleem van de hogere productiekosten (in vergelijking met Polen) minder omdat dit flink duurdere auto’s zijn, bestemd voor consumenten die minder prijsgevoelig zijn dan de doelgroep die Stellantis met de Milano voor ogen heeft.
De vraag is of de kou hiermee uit de lucht is. Tavares waarschuwt namelijk voor fabriekssluitingen als Italië als de regering Meloni een deal sluit met een Chinese autoproducent. In de wandelgangen valt te vernemen dat Chery momenteel druk op zoek is naar een Europese productielocatie. De voormalige Nissan fabriek in Noord-Spanje wordt als optie genoemd, maar Italië is ook een optie. De topman van Stellantis denkt dat Fiat dan marktaandeel op haar thuismarkt zou kunnen verliezen. En als er minder auto’s verkocht worden, dan zal er ook minder behoefte zijn aan productiecapaciteit in Italië, zo laat Tavares doorschemeren.
“Als iemand de Chinese concurrentie wil binnenhalen, dan is die persoon verantwoordelijk voor enkele impopulaire maatregelen die wij dan wellicht moeten nemen,” stelde Tavares tijdens het introductie-evenement van de Milano, woensdag in Turijn. “In een oorlog vallen er nu eenmaal slachtoffers”, zo voegde de topman van Stellantis er aan toe. Tavares is van mening dat de auto-industrie in Europa in oorlog is met China. Als Italië dan desondanks de rode loper uitrolt voor een autofabrikant uit dit land, dan zal dat volgens hem tot ontslagen bij bijvoorbeeld Fiat kunnen leiden. Dat zijn de slachtoffers waarnaar hij hint.
De opmerking van Tavares moet dus worden gezien in het licht van een kat-en-muisspel dat Stellantis speelt met de regering Meloni. Die bekritiseerde Stellantis eerder niet alleen vanwege de vermeende focus op Polen, maar is ook van mening dat Frankrijk wordt voorgetrokken bij de toewijzing van nieuwe productie-orders. Dat zou ten koste gaan van de autoproductie in Italië. Premier Giorgia Meloni is van mening dat dit tegen het landsbelang ingaat. Op zijn beurt stelt Tavares dat er in Italië juist relatief weinig auto’s geproduceerd (kunnen) worden omdat de aankoopsubsidies te laag zijn.
Om de plooien glad te strijken, had Tavares ook goed nieuws voor de Italiaanse regering: hij kondigde aan dat Stellantis de productie van de huidige Fiat Panda (met benzinemotor) in Zuid-Italië verlengt tot 2030. Ook investeert het bedrijf 100 miljoen euro in de ontwikkeling van een betaalbare batterij voor de elektrische Fiat 500. Eerder had Tavares names Stellantis al een nieuwe faciliteit voor de productie van versnellingsbakken voor (plug-in) hybride aandrijflijnen in Turijn geopend. “Wij zijn hier en wij blijven hier”, zo concludeerde Tavares. “Wij investeren aanzienlijk in Italië”.
Alfa Romeo genereerde vorig jaar een bedrijfswinst van afgerond 500 miljoen euro. Het was gisteren de eerste keer dat Tavares een winstcijfer noemt voor een van de veertien merken van Stellantis afzonderlijk. Hij deed dit als antwoord op een vraag van de pers waarom hij een verzoek van een concurrent om Alfa Romeo te mogen kopen, had afgewezen. Hij zei ook dat een Chinese fabrikant had geprobeerd om een van de drie Franse merken van Stellantis (Citroën, DS en Peugeot) te kopen.Tavares weigerde evenwel de namen van de bedrijven die de vragen hadden gesteld met de pers te delen.
Alfa Romeo genereerde zijn 500 miljoen euro winst met een relatief laag verkoopvolume. Dat maakt de prestatie van merk chef Jean-Philippe Imparato (zie bovenstaande foto) extra knap. Volgens cijfers van JATO Dynamics bedroeg de wereldwijde verkoop van het merk vorig jaar 70.500 auto’s. Dit betekent dat de winst per voertuig ongeveer 7.100 euro bedroeg. De bedrijfseconomische wederopstanding van Alfa Romeo is volgens Tavares te danken aan een efficiënter investeringsbeleid en een groter verkoopdiscipline: winst gaat voor hem duidelijk vóór volume. Dat de Tonale met name in Nederland maar matig verkoopt omdat de prijsstelling van dit model niet echt aanlokkelijk is, interesseert hem weinig. Alfa Romeo was onder het bewind van Fiat Chrysler Automobiles een constante geldverliezer en daar heeft Tavares subiet een eind aan gemaakt toen dit autoconcern in 2021 met Peugeot SA fuseerde om Stellantis te vormen.
Tavares heeft Alfa Romeo dus weten te transformeren van een financieel zorgenkind tot een zeer waardevolle dochter. Verkoop is daarom niet aan de orde, ook omdat Stellantis haar uitstekende rendement te danken heeft aan sterke schaalvoordelen. Die zouden niet zo makkelijk gerealiseerd kunnen worden al de familie minder automerk telde. Tavares stelt dat Stellantis vanwege de ‘economies of scale’ 30 procent efficiënter kan werken dan zijn rivalen. Investeringen in bijvoorbeeld Peugeot, kunnen namelijk niet alleen benut worden door Citroën en DS, maar ook door Fiat, Opel, Jeep, Lancia, Chrysler, Dodge en … Alfa Romeo. Tavares zegt hierover: “zonder deze schaalgrootte en onze gestroomlijnde organisatie zouden wij óf 30 procent minder kunnen investeren om dezelfde producten aan te bieden, óf de klant 30 procent meer moeten laten betalen”. De topman van Stellantis legt de nadruk dus op ‘waarde boven volume’. Hij zei dat de netto-omzet altijd centraal staat tijdens managementbijeenkomsten van de groepsmerken en niet zozeer de verkoop doelstellingen.De winstmarge van Stellantis bedroeg vorig jaar 11,2 procent en Tavares voorspelt voor 2024 eveneens een rendement met dubbele cijfers, ondanks moeilijkere marktomstandigheden.“Als je volume gaat nastreven, begin je de basis van een premium merk te vernietigen”, zei hij, eraan toevoegend dat hij zeer tevreden is met het winstgevendheidsniveau van Alfa Romeo.
Tavares schaamt er zich dus niet voor dat de Alfa Romeo Milano onderhuids nauw verwant is aan andere B-segment modellen van het Stellantis concern, integendeel. Het zogeheten e-CMP2 platform, reeds bekend van onder andere de Peugeot 208, maakt zowel de introductie van een benzineversie met mild hybride techniek (op basis van een 48 volt systeem) als een volledig elektrische variant mogelijk. Er komt zelfs een Milano met vierwielaandrijving. De hiervoor benodigde techniek had Stellantis nog niet klaar op de plank liggen, maar de ontwikkelingskosten kunnen worden gedeeld met Abarth en Lancia. En wie weet in de toekomst met andere leden van de Stellantis familie (waardoor theoretisch de terugkeer van een OPC model bij Opel denkbaar is).
Alfa Romeo trapt bij de verkoopstart van de Milano af met een ‘Speciale’ editie. Die wordt leverbaar met beide bovengenoemde aandrijflijnen. De elektrische versie van de Milano kent 2 vermogensniveaus: een basismodel met 156 pk en een performance versie, genaamd Veloce, met 240 pk.Deze variant beschikt niet alleen over vierwielaandrijving, maar ook over een zelf-sperrend differentieel, een grotere spoorbreedte, speciale stabilisatorstangen voor & achter, 20 inch wielen, een 25 mm lagere rijhoogte, een specifiek afgestemde ophanging en krachtigere remmen.
Het rij bereik van de elektrische Milano met 54 kWh batterij en voorwielaandrijving bedraagt maximaal 410 km volgens de gemengde WLTP-cyclus. De oplaadtijd van 10 naar 80 procent is minder dan 30 minuten bij een gelijkstroomstation van 100 kW, aldus Alfa Romeo.De mild hybride versie koppelt een 3 cilinder 1,2 liter benzinemotor die werkt volgens de Miller cyclus (136 pk vermogen) aan een elektromotor van 29 pk. De benodigde stroom wordt geleverd door een batterij van 48 volt.De elektromotor is geïntegreerd in een 6 versnellingsbak met dubbele koppeling.
De levering van de volledig elektrische versie van de Milano start in september, 2 maanden later gevolgd door de mild-hybride benzine variant.Prijzen zijn nog niet bekendgemaakt, maar de verwachting is dat de Alfa Romeo circa 10 procent duurder gaat worden dan een gelijk gemotoriseerde Jeep Avenger. Felipe Munoz, auto-analist bij JATO Dynamics, zegt dat de Milano het best verkochte model van Alfa Romeo moet kunnen worden, omdat in Europa het SUV B-segment het grootste verkoopvolume heeft en gestaag blijft groeien.
Het interieur van de Milano is voorzien van speciale sportstoelen, een 2-tal 10-inch schermen en ‘Quadrifoglio’-vormige ventilatie openingen. Alfa Romeo wil jaar nieuwe benjamin positioneren als de sportiefste auto in zijn segment. De Milano is een symbolisch “welkom terug” voor eigenaren van de laatste compacte en relatief betaalbare auto’s van het Italiaanse merk, de Giulietta en Mito. “Het is de sportiefste en meest aantrekkelijke auto in zijn segment om mee te rijden. De Milano zal zowel eigenaren van de vroegere MiTo en Giulietta aanspreken als nieuwe, relatief jonge klanten kunnen werven”, aldus Alfa Romeo in een persbericht.
De Milano is 4.170 mm lang (86 mm langer dan de Jeep Avenger), 1.780 mm breed en 1.500 mm hoog.De exterieurstyling, waarvoor Alejandro Mesonero-Romanos verantwoordelijk is, beschikt over traditionele Alfa Romeo stijlkenmerken, zoals brede wielkasten en de vierkante ‘Kamm-tail’ van de Giulia TZ uit de jaren zestig van de vorige eeuw.Volgens in 2023 aangekondigde plannen zal de Milano de laatste Alfa Romeo zijn die ook in benzine-uitvoering te koop zal zijn.Vanaf 2025 worden alle nieuwe modellen uitsluitend in elektrische vorm gelanceerd en vanaf 2027 zal Alfa Romeo uitsluitend volledig emissievrije modellen verkopen.
In het B segment is het aanbod aan SUV modellen groot, maar Milano zal een van de weinige modellen zijn met een premium status. Vanuit deze optiek heeft de Alfa Romeo alleen de Volvo EX30, de DS 3 en de Lexus LBX als concurrent. Maar de laatste is niet in volledig elektrische vorm leverbaar, terwijl de Zweedse rivaal juist weer geen benzine-optie kent. De Audi Q2 is qua prijs een halve klasse groter en überhaupt niet leverbaar met een geëlektrificeerde aandrijflijn. Er zijn in Ingolstadt bovendien geen plannen om dit model te vervangen. De BMW Groep zal haar dochter Mini later dit jaar de Aceman laten lanceren, maar de productie van dat model vindt plaats in China en dat ligt voor veel Europeanen niet onterecht gevoelig. Hetzelfde geldt voor het repertoire van Smart; een merk waar Mercedes voor de helft eigenaar van is. De Volvo EX30, die in de eerste 2 maanden van dit jaar 5.919 op kenteken werd gezet, zal loopt ook in China van de band, maar de Europese markt zal vanaf 2025 vanuit het Belgische Gent bediend gaan worden (de Smart #1 trok in de periode januari t/m februari 1.856 kopers en DS wist 3.376 bestellingen voor haar ‘3’ te noteren).
