Familieduel: Dacia Duster of Renault Captur?

0

Binnen de Renault Groep hebben ze bijna dezelfde prijs: de topversie van de Dacia Duster (TCe 130 Comfort; 21.680 euro) en de instapuitvoering van de Renault Captur (TCe 100 Life; 22.090 euro). Wat is de beste keuze?

‘Low-cost’ is een succesformule. Want wie wil er niet tegen lagere kosten autorijden? Dacia timmert met dit concept stevig aan de weg in Europa. In december was de Duster de op 4 na best verkochte auto van Europa met 20.933 registraties. Daarmee bleef hij de Captur van moederbedrijf Renault (die 20.299 keer op kenteken werd gezet) nipt voor. Toch is er geen sprake van Franse scheve gezichten. Renault is vermoedelijk maar wat blij met haar budget dochter. Het is nu meer dan 15 jaar geleden dat Dacia zijn comeback maakte op de West Europese automarkt. Aanvankelijk puur om strategische redenen, namelijk om grijze import van de Roemeense auto’s te voorkomen. Maar inmiddels hebben de Logan, de Sandero (in december de nummer 8 van Europa met 19.204 registraties) zich ontwikkeld tot koopkracht kampioenen in de buitencategorie van auto’s. Het repertoire van Dacia geniet misschien niet veel aanzien, maar bedrijfseconomische is het gamma een schot in de roos.

Het beste voorbeeld is dus ongetwijfeld de Duster! De betaalbare SUV van Dacia stelt huishoudens met een smalle beurs in staat om met het hele gezin te reizen, inclusief veel bagage, voor prijzen beginnen bij 18.780 euro. Voor ruim 20 mille heb je een volledig uitgerust model, de Comfort uitvoering. En geef je 1.500 euro meer uit aan een upgrade naar een 4 cilinder motor (en naar 130 pk in plaats van 100 pk), dan ben je altijd nog goedkoper uit dan bij de simpelste Captur, waarvan de simpelste versie iets meer dan 20 mille kost.

De Captur moest in december de Duster in de Europese verkoopstatistieken dus voor laten gaan, maar de verre neef van de Dacia is op jaarbasis de bestverkopende cross-over annex SUV in het B segment. De eerste generatie legde daarvoor de basis, en vriend en vijand van Renault zijn het met elkaar eens dat de tweede editie daar een overtuigend, nóg beter vervolg op is: dynamisch om te zien, comfortabel om mee te rijden en zowel technologisch als kwalitatief van een hoger niveau. Kortom, anno 2020 is de Captur een zeer veelzijdige auto en daarmee één van de referenties in zijn segment. Dus er is echt sprake van een dilemma dat eruit ziet als een klassenstrijd: moeten wij de voorkeur geven aan een rijk uitgerust model van een budgetmerk, of dient de eerste plaats van deze vergelijking naar zijn zeer generalistische rivaal te gaan, oftewel de eenvoudigste Captur?

Laten wij beginnen met de motorische verschillen: autoconsumenten die zo hun bedenkingen hebben bij (fragiele?) 3 cilinder blokjes worden beter bediend door de Dacia. Bij dit merk krijg je voor 21.680 euro een kloeke 4-pitter met 131 pk en 240 Nm bij 1.600 toeren. Daarmee sprint de Duster in 11,1 seconden naar 100 km/u. De topsnelheid ligt boven de 190 km/u. Niet slecht voor een budgetauto, toch? Keerzijde van de medaille is wel een fors benzineverbruik van 6,0 liter per 100 km. De Captur TCe 100 is bijna 20 procent zuiniger (5,2 liter per 100 km), maar zijn prestaties houden bepaald niet over. Vandaag de dag is 13,3 seconden voor de sprint naar 100 km/u voer voor discussie of dat nog acceptabel is. Met een topsnelheid van op papier 173 km/u is in Nederland niks mis, maar de kleine 3-pitter moet hard werken om de 1.265 kilo wegende (even veel als indertijd de als ‘baksteen’ bekend staande Volvo 240 …) in beweging te brengen. Met name voor mensen die regelmatig met een aanhanger in de weer zijn, kan de Duster TCe 130 daarom de betere keuze zijn.

Is daarmee het pleit al beslecht? Nee, want de basisuitvoering van de Captur is veel completer uitgerust dan het tweede luxe niveau van de Duster. In de Dacia krijg je weliswaar zaken als een boordcomputer met LCD scherm, handbediende airconditioning, DAB+ radio, een MP3 speler, Bluetooth, stuurwiel bediening, USB plus 3,5 mm Jack aansluiting, dakrails in lengte richting uitgevoerd in zwart, een grille uitgevoerd in chroomkleur, mistlampen vóór, elektrische verstelbare plus verwarmde buitenspiegels, een uitlaat sierstuk in chroomkleur, maar de lijst met toeters en bellen in de Renault is veel langer: Active Emergency Braking systeem met voetgangers plus fietsers detectie, Lane Departure Warning met Lane Keep Assist, Safe Distance Warning, Traffic Sign Recognition, LED koplampen, LED achterlichten, zijairbags vóór, gordijn airbags achter, Emergency Call, buitenspiegels met geïntegreerd knipperlicht, een lichtsensor, radiovoorbereiding (bestaande uit bekabeling voor 2 speakers, 2 tweeters plus 30 cm FM/AM antenne), een achterspoiler in carrosseriekleur en een achterbank die over 16 cm verschuifbaar is. Met name qua veiligheidsuitrusting is de Captur Life in het voordeel. Maar ja, voor een ‘eerste levensbehoefte’ als airconditioning moet wel worden bijbetaald, terwijl die voorziening in handbediende vorm op de Duster Comfort standaard is.

Welk product van de Renault Groep biedt visueel de meeste waar door zijn geld? De tweede generatie van de Duster heeft zijn avonturiers look gemoderniseerd, al blijft het resultaat een beetje rustiek. Het is onvermijdelijk dat de gebeeldhouwde randen en stijldetails van de nieuwe Captur meer kosten om te produceren. Ook aan boord is het verschil heel duidelijk, variërend van een veel moderner dashboardontwerp tot materialen van aanzienlijk betere kwaliteit, bewijst de Renault aan zijn neef Dacia dat zij zich niet op dezelfde categorie kopers richten. Maar de Duster compenseert het gebrek aan een hoogwaardige ambiance met meer ruimte aan boord en een forsere kofferbak (443 versus 422 liter. Dat is ook niet onlogisch aangezien hij een forser formaat heeft (4,34 tegen 4,23 meter).

Ook onderweg wordt duidelijk dat Dacia ergens euro’s terug moest verdienen. Al rijdende met de Duster valt op dat je meer rechtop achter het stuur zit, dat de bedieningselementen minder nauwkeurig werken, dat de pedalen weinig finesse kennen, de handbak zich wat stroef laat bedienen en dat het algehele weggedrag niet erg dynamisch is. Niets gevaarlijks en je zou de Dacia zelfs als heel comfortabel kunnen omschrijven, maar dat niet weg dat de rij eigenschappen als gedateerd omschreven kunnen worden. Al is de optionele vierwielaandrijving (niet beschikbaar op de Captur; hetzelfde geld voor een afdaal hulp op hellingen) natuurlijk een tijdloos nuttige accessoire!

De Renault is van een duidelijk jongere generatie. Kort door de bocht zou je kunnen zeggen dat je bij de Captur in een echte auto rijdt. Hij heeft een beter afgesteld onderstel, een nauwkeurige werkende besturing en voelt zich daardoor op het asfalt meer thuis. Hij zal de bestuurder ook meer plezieren met een veel fijner weggedrag.

 

Conclusie

Een winnaar aanwijzen is lastig. Beide SUV modellen zullen een andere doelgroep aanspreken. Om de Captur helemaal af te maken, heeft hij eigenlijk de 1,3 liter 4 cilinder motor van de geteste Duster nodig. Maar dan ben je verplicht om het tweede uitrusting niveau Zen op de koop toe te nemen (al krijg je dan wél handbediende airconditioning), hetgeen een factuurbedrag van 25.890 euro oplevert. Rechtvaardigt dat een prijsverschil van meer dan 4.200 euro ten opzichte van de Dacia?

Aan de andere kant zou je kunnen zeggen dat de Duster nooit helemaal af is, hoeveel extra geld je er ook insteekt. Dat komt door het structurele gebrek aan verfijning dat door de boekhouders van Dacia (of van de Renault Groep) is ingebouwd. Als je voor de Duster opteert, dan moet je duidelijk concessies doen op het gebied van afwerking, technologie en rijeigenschappen. Sommigen zullen van mening zijn dat dit absoluut niet belangrijk is. Groepslogica vereist dat Renault zeker geen twee vijandelijke broers aanbiedt. Dat was voorspelbaar …

 

Reageren is niet mogelijk.