Aan het modellenaanbod kan je het niet echt merken, maar bij Seat wijzen alle borden al een tijdje op elektrisch. Het is dochter Cupra die op dit vlak de honneurs waarneemt. Dit merk moet, na moeilijke tijden van crisis, zorgen voor een nieuwe groei- en rentabiliteit boost. Om weer gezond te worden, speelt het voormalige kernmerk Seat nauwelijks nog een rol. “De toekomst is Cupra”, zo benadrukte Seat baas Wayne Griffiths tijdens de presentatie van de jaarcijfers in Barcelona.
Griffiths verscheen op de jaarlijkse persconferentie van Seat zonder slecht humeur. Dat was opvallend, gelet op de moeilijke situatie waarin het Spaanse Volkswagen dochterbedrijf zich recentelijk bevond door crises als de coronapandemie, halfgeleidertekorten en de oorlog in Oekraïne,. “De crises waren voor ons weliswaar een ‘perfect storm’, maar zij hebben onze verandering alleen maar versneld”, zo bevestigde Griffiths bij de presentatie van de belangrijkste financiële cijfers en strategische beslissingen (foto). Een verandering die bij Seat ongetwijfeld in de richting van lagere kosten en meer elektrificatie van het modellengamma gaat, maar met een duidelijke focus op het nieuwe kernmerk Cupra.
Seat hoopt op een financiële ommekeer
Wat de cijfers betreft, was het jaar 2022 een uitdagende fase voor Seat, net als 2021 en 2020, veroorzaakt door “externe invloeden” zoals de oorlog in Oekraïne of de niet aflatende chipcrisis. Net als vorig jaar bedroeg de productiecapaciteit van Seat en Cupra iets meer dan 480.000 voertuigen. In 2019 was dat nog bijna 600.000 stuks. En toch denkt bedrijfsleider Griffiths een trendomslag te kunnen waarnemen, en dan vooral voor wat betreft de financiële situatie van de Spaanse autofabrikant.
Zo steeg het bedrijfsresultaat, als eenmalige herstructureringskosten buiten beschouwing worden gelaten, van min 371 miljoen euro in 2021 met 550 miljoen euro in 2022. Daarmee belandde de Spaanse autofabrikant weer in de winstzone. Het rendement op de omzet bedroeg namelijk 1,7 procent. In totaal boekte de Spaanse fabrikant vorig jaar een totale omzet van 10,5 miljard euro, het op een na hoogste cijfer in haar 73-jarige geschiedenis.
“Hoewel het aantal verkochte voertuigen vorig jaar 4 procent lager was dan in 2021 door het tekort aan halfgeleiders, steeg onze omzet met 14 procent ten opzichte van 2021. De verkoop per voertuig nam met 18 procent toe dankzij het hogere verkoopaandeel van de Cupra modellen, een intensievere strategie op het gebied van inkomstenbeheer, nieuwe kostenstructuren en efficiëntieverbeteringen”, zo legt Seat’s financieel directeur David Powels (links op de foto) uit.
Cupra verhuist naar het centrum van de Seat-strategie
Voor het management van Seat was het al lange tijd duidelijk dat de Cupra divisie, die in 2018 werd verzelfstandigd als een puur Performance label, het toekomstige succes van de Spanjaarden moest dragen. “De toekomst is Cupra”, zo benadrukte bedrijfsleider Griffith bij de presentatie van de transformatiestrategie. En dat betekent vooral één ding: elektrificatie. Volgens Griffiths zal in de toekomst meer dan de helft van de verkopen worden gerealiseerd met elektrische Cupra, waarbij de focus voor de middellange termijn ligt op de nieuwe modellen Tavascan, Terramar en UrbanRebel (foto). Die laatste zal worden gebaseerd op het nieuwe MEB Entry platform, waarvoor Seat het voortouw heeft genomen binnen de Volkswagen Groep.
De hoofdvestiging in Martorell, waarin het bedrijf zo’n e miljard euro wil investeren, moet een van de centrale elektrische hubs van de Volkswagen Groep worden. Op middellange termijn is het de bedoeling om hier een jaarlijkse productiecapaciteit van 500.000 voertuigen te bereiken en in een tweede fase tegen 2030 in totaal 3 miljoen batterij-elektrische voertuigen van de lopende band te laten rollen in Martorell en Pamplona. Daarnaast wordt er gewerkt aan een ander elektronisch platform, waarover Griffiths geen verdere details wil geven.
Maar de elektrificatie van hun eigen modellengamma is niet het einde van het verhaal. In Sagunto bij Valencia wordt de komende jaren een batterijcellenfabriek voor de Volkswagen Groep gebouwd, waarvan half maart de eerste steen werd gelegd. De gigafactory, gepland voor 2026, zal een jaarlijkse productiecapaciteit van 40 GWh krijgen en zal de autofabrieken in Martorell en Pamplona gaan bevoorraden. Tegen 2030 zal de site naar verwachting meer dan 3.000 mensen tewerkstellen. De door hen geproduceerde batterijen gaan vervolgens ook naar andere merken binnen de hele Volkswagen Groep, want bijvoorbeeld Audi laat ook auto’s in Spanje bouwen.
Cupra groeit ten koste van Seat
Vorig jaar verhoogde de sportieve dochteronderneming de omzet met 93 procent en in de eerste 2 maanden van 2023 werd er nog eens 75 procent geplust. Daarentegen droeg het merk Seat in januari en februari slechts voor 12 procent bij aan de groei. De gloriedagen van het voormalige kernmerk van de Spanjaarden lijkt in ieder geval voorbij te zijn. Nieuwe modellen komen er waarschijnlijk niet en verregaande elektrificatie van bestaande Seats wordt momenteel niet overwogen.
Griffiths ziet Seat nog steeds als gelijkwaardig aan Cupra, aangezien de vraag naar Ibiza, Leon of Ateca groot blijft. Maar op de jaarlijkse persconferentie speelde het merk uiteraard slechts een ondersteunende rol. Pas als er speciaal naar gevraagd wordt, maakt Griffiths duidelijk dat Seat tegen het einde van het decennium de verkoop van modellen met conventionele aandrijvingen op zich zou moeten nemen en zo min of meer naar het zijspoor van de verbrandingsmotor zal worden geduwd. Maar van het volledig sanerem van het 73-jarige merk zou geen sprake zijn. “Seat moet op de lange termijn ook overstappen op elektromobiliteit en zou de rol van stedelijk merk voor jongeren in de Volkswagen Groep op zich kunnen nemen”.
Daartoe lanceerde Seat in 2020 het micromobiliteitsmerk Seat Mó, dat sindsdien vooral e-scooters en elektrische bromfietsen produceert, evenals deelapps. “We willen het Seat Mó project graag uitbreiden en met externe partners de mogelijkheden bespreken om een vierwielig voertuig te ontwikkelen op het gebied van micromobiliteit”, zegt Griffiths. Tot nu toe is er echter geen echte strategie of routekaart voor dit project. De toekomst van Seat blijft dus onzeker.
De dagen van Seat lijken dus geteld, want Cupra (dat in de toekomstig alleen nog maar volledig elektrische modellen zal verkopen) moet ook buiten Europa zorgen voor geluksmomenten in Martorell en Wolfsburg. “Cupra streeft ernaar om tegen 2030 tot de top 100 van wereldwijde merken te behoren”, kondigde Griffiths aan als doel. Hiervoor worden dit jaar nieuwe zogenaamde City Garages geopend in Berlijn, Manchester, Madrid en Parijs; een winkelconcept dat vooral een jonge en stedelijke merkbeleving belooft. Daarnaast wordt momenteel gekeken naar een mogelijke markttoetreding in Noord-Amerika. “We testen Cupra daar momenteel met potentiële klanten waarvan wij denken dat zij het design en de prestaties van het merk geweldig zullen vinden”. Voor de Verenigde Staten zijn geen importactiviteiten gepland, maar lokale productie, met mogelijke synergie effecten met bestaande fabrieken van Audi en Volkswagen in Mexico en de Verenigde Staten.
